midden van het kaartje (fig. 2) gelegen, sterk opvalt. Het ligt hoger dan de omgeving, heeft binnen het perceel nog een extra verhoging, een soort woonhoogte of werf en ligt samen met de percelen links en rechts er van op een hoge kreekrug. Algemeen ziet men dat oude woonplaatsen nog als hoogten in het landschap herkenbaar zijn. Dat men in een tijd waarin de ontwatering nog slecht was, op de hoger gelegen kreekruggen ging wonen, is begrijpelijk. Dat de kreekrug waarop het perceel „de Hoge Zaal" ligt, extra fors en hoog was, geeft het onderdeel „hoge" in deze perceelsnaam aan. Ook de boerderij „de Hoge Blok" ligt op deze kreekrug, evenals de hofsteden „de Berg", en „Welland". Het perceel direct ten westen van hofstede „de Berg" heeft de perceelsnaam „de Hoogte". Deze hoge kreekruggen, waarop onze percelen met de naam Hoge Zaal liggen, waren in de Middeleeuwen eigenlijk ook de enige plekken waarop een groot akkerbouwcomplex, het bij de „saai" behorende „saalland", kon liggen, zowel wegens de ontwatering als de omvang van het benodigde land. Op het kaartje (fig. 2) waarop vanaf de bodemkaart de gedeelten met veen in de ondergrond gearceerd staan aangegeven, komen de kreekruggen goed naar voren. In deze inham ontstond het Nieuwland. Onze kreek kwam bij hofstede de Helle in deze inham uit (4). Misschien hieven de heren van Moermomt wel accijnsen of tol op de producten van de moernering die via de kreek werden afgevoerd. Er zijn dus verschillende motieven om de perceelsnaam „Hoge Zaal" in verband te brengen met een herenhof: de naam „saai" voor een gebouw, de hoge ligging met nog een woonheuvel en de ligging op een uitgestrekte hoge kreekrug, waarop voldoende ruimte was voor het saalland. We hebben ook nog even gedacht om het herenhof op de plaats van de huidige hofstede „de Berg" te zoeken. De percelen met de naam Hoge Zaal zouden dan het saalland van het hof kunnen zijn. Maar waarom zou in de volksmond het woord saalland veranderd zijn in „saai", terwijl „land" toch een heel gewoon woord in de landbouw is. Ook het centrale sterk opvallende perceel zou dan niet verklaard worden. Dat in deze omgeving hoven in het kader van het Middeleeuwse hofstelsel wel meer voorkwamen, zou kunnen blijken uit de naam „'t Hofburch" in oude stukken voor de hofstede „de Berg" aan de vroegere Moolweg te Zuidwelle (nu Stoofweg Noordweile) (5). De lagere delen, met veen in de ondiepe ondergrond, waren in de Middeleeuwen beslist ongeschikt voor de akkerbouw. Hier was nog woeste grond, waarop schapen werden geweid en veen voor brandstof en zoutwinning werd gegraven. Het slot Moermont had in het moerneringsbedrijf een centrale positie. Het lag aan de „mond" van het Moordebevang, zoals dit gebied heette. Verschillende percelen hier dragen de naam „moorde". Een kreek, in de veldboeken de West-ee ofwel de Ee of Dee genoemd, verbond het kasteel met de zeeinham, die omstreeks 1300'nog aanwezig was in de noordelijke kustlijn van Schouwen, tussen Renesse en Scharendijke. De bewoners van de herenhof Hierover is niets met zekerheid te zeggen. Gezien de moeilijke bereikbaarheid van Schouwen in die tijd zal ons herenhof niet gebruikt zijn door veraf wonende adelijke of geestelijke machthebbers. Eerder denken we aan de heren van Haamstede en Renesse. Deze speelden een grote rol in de landspolitiek van Holland en Zeeland en zullen dus wel gemakkelijk eigendomsrechten hebben verkregen op nieuw aangeslibde en opgewassen gronden in het gebied Noordweile. De duinzandgronden waren wel geschikt voor de jacht, maar leverden niet zoveel andere levensmiddelen op. Door het stichten van 38

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1989 | | pagina 16