Jaarverslag 1988 1. Algemeen Stad en Lande voelt zich bij zijn 50-jarig bestaan nog niet overbodig. Bij de oprichting in 1939 speelde de aanvraag tot sloop van het laat-gothische huis met het Mosselpoortje in Zierikzee een grote rol. In 1988 werd een aanvraag tot sloop van het unieke 16e eeuwse vakwerkhuis in het Vrijpoortje ingediend. Deze werd weliswaar door de minister geweigerd, maar intussen staat het pand wél te verkommeren. Stad en Lande sloeg alarm en overlegde met gemeente en eigenaar, maar kan helaas niet het financiële gat stoppen. Met bezorgdheid werd ook gezien naar de verminderde restauratiegelden voor de gemeenten. Een gewijzigde verdeelsleutel in de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing maakt o.a. Zierikzee afhankelijk van de provincie. Dat doet de bijdrage voor monumentenrestauraties met 25% verminderen, al komt er dan wel een „knelpuntenpotje". De provincie maakte een discussienota over monumentenzorg en archeologie, maar verder dan financiële beschouwingen komt die niet. De „Monumentenwet 1988" werd 30 december gepubliceerd. Het is de bedoeling de zorg voor de monumenten „dichter bij de burger te brengen", via de gemeenten. Dat kan een risico voor het behoud van monumenten met zich meebrengen, nl. in het geval dat een gemeenteraad zou besluiten zijn budget liever aan andere, meer direct profijtelijke zaken te besteden. De colleges van B. en W. krijgen de bevoegdheid zelf te beslissen over wijziging of sloop van een beschermd monument. Wel moet er dan eerst een gemeentelijke verordening op het gebied van de monumentenzorg komen, met een adviescommissie. Enkele regelingen moeten nog nader worden uitgewerkt. Belangrijk is wel dat het rijk meer geld voor onderhoud beschikbaar wil stellen, om zodoende dure restauraties te verminderen. Stad en Lande hoopt dat een en ander goed zal gaan werken. In enkele gemeenten zou volgens het bestuur de aandacht voor het erfgoed van ons voorgeslacht nog wel wat groter kunnen zijn. Daarbij gaat het niet alleen om enkele „grote" monumenten als kerken, kastelen, molens, poorten en markante huizen, maar vooral ook om de vele kleinere monumenten als eenvoudige woningen, poortjes en straatmeubilair (pompen, stoepen, hekken enz.). Zierikzee deed goed werk met het aanbrengen van aangepaste bestrating in het centrum. Jammer alleen dat zoveel paaltjes nodig zijn om de auto's van de stoep te houden. „Mooie dingen moeten blijven" is de titel van de verenigingsfolder. Met name het ambachtelijke uit de tijd dat de lonen laag en de materialen duur waren is waard ontzien te worden in deze tijd van snelle bouw met uniforme fabrieksmatige elementen. Nuttig werk deed de Boerderijenstichting Zeeland met de inventarisatie door vrijwilligers van karakteristieke boerderijen op Schouwen-Duiveland. Vermeldenswaard is ook de inventarisatie die de Bomenstichting verrichtte van fraaie en bijzondere bomen. De inventarisatie van „jongere" bouwkunst (MIP) uit de periode 1850-1940 startte hier nog niet. Ook de landelijke schoonheid is de zorg van Stad en Lande. In dit verband gaat het ons aan het hart dat steeds meer ruimte wordt gegeven aan verkeers-voorzieningen. Het strand trekt, maar moet de deur steeds wijder open worden gezet? Het streekplan voor de provincie Zeeland werd in juni door de Staten goedgekeurd. Slechts enkele „harde" grenzen werden voor recreatiegebieden vastgelegd. Stad en Lande tekende bezwaar aan tegen de rondweg bij Renesse en de aanleg van een golfbaan aan de Hogezoom bij Haamstede. Beide alleen omdat daarmee het enige nog nauwelijks geschonden landschappelijk 48

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1989 | | pagina 26