Veldnamenonderzoek Van oudsher heeft men de behoefte gehad om een plaats of gebied(je) aan te kunnen duiden. Uiteraard was dat om puur praktische redenen: om aan te geven waar men zich bevond of naar toe ging, om grenzen van bezit aan te duiden, om beleidsmatige regelingen te kunnen treffen, enz. Het is logisch om zoveel mogelijk natuurlijke grenzen te hanteren: eilanden, watergangen, zandplaten. Ook afzonderlijke percelen kregen een naam. De oorsprong van die namen is lang niet altijd te achterhalen, mede doordat ze in de loop der tijden afgesleten en verbasterd kunnen zijn. Bovendien vonden er soms veranderingen plaats door vergraving, ophoging enz. terwijl de naam behouden bleef, zodat deze niet meer overeenkwam met de werkelijkheid. De namen van de afzonderlijke percelen noemen we „veldnamen". Deze namen geven ons vaak allerlei informatie over landschap en bodemgebruik, flora en fauna, eigendomsverhoudingen, rechtspleging (b.v. „galgeblok") enz. Ze zijn vaak eeuwenlang mondeling doorgegeven en daarom historisch van belang bewaard te blijven. Na de overstromingsramp in 1953 is Schouwen-Duiveland door herverkaveling opnieuw ingedeeld. Het schilderachtige landschap met de grillige vorm van de landerijen, de kronkelende wegen en dijkjes, is grotendeels verdwenen. Na de herindeling liggen de percelen en de watergangen meestal rechtlijnig en rechthoekig. Uiteraard is dat voor de moderne bedrijfvoering in de landbouw zeer gunstig. Maar het terug vinden van de oude situatie is moeilijk en alleen nog mogelijk aan de hand van oude kaarten. Oorspronkelijk kleine percelen zijn nu opgenomen in grote kavels, waardoor ook de oude veldnamen verloren gingen. Alleen ouderen herinneren zich die nog en daarom is het van belang deze veldnamen nu op te tekenen. Al vanaf 1983 is de veldnamen- werkgroep via tientallen - misschien wel honderdtallen - informanten bezig over geheel Schouwen-Duiveland de veldnamen, tot aan de ramp nog in gebruik, te noteren. Momenteel is ons „veldwerk" bijna afgerond en zijn wij bezig de gegevens te verwerken in een viertal boekjes. Twee daarvan zijn reeds uitgegeven: Deel 1 handelt over het gebied Dreischor, Zonnemaire en de Gouwepolders, Deel 2 beschrijft het gebied Duiveland. Dit jaar willen wij proberen Deel 3 uit te geven, handelend over Burgh, Haamstede, Renesse, Noordwelle, Serooskerke en Ellemeet. De boekjes omvatten naast lijsten met veldnamen, tot aan de herverkaveling in gebruik, een serie unieke kaarten waarop deze veldnamen zijn ingeschreven. Tevens zijn op deze kaarten aangegeven de oude wegen met hun namen, kerkepaden, boerderijen en bijzondere gebouwen. Verder staat in ieder boekje een diepgaand artikel over ontstaan of historie van het landschap op Schouwen-Duiveland en uitgebreide informatie uit historische bronnen. Veel werk is al verricht, de laatste loodjes wegen echter zwaar. Wij proberen in 1990 ons werk af te ronden met boekje Deel 4, handelend over het gebied Zierikzee, Kerkwerve, Brouwershaven en Scharendijke. De werkgroep veldnamenonderzoek: M. K. Buth, voorzitter P. J. Boot J. A. Deurloo P. Flikweert J.P.zn Mr. A. Gast R. de Jongh P. J. van Langeraad W. P. de Vrieze St. van der Wekken M. J. Zeijler Haamstede Kerkwerve Haamstede Nieuwerkerk Brouwershaven Zierikzee Schuddebeurs Haamstede Nieuwerkerk Oosterland 55

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1989 | | pagina 33