Metselwerkversiering
Kennelijk stond een lokale agrarische
schoonheid model voor de Gerechtigheid.
Het blozende boerekind kon zo uit een
landelijke toneelvoorstelling van de Griekse
Olympus zijn gestapt. Zoals het hoort is de
dame geblinddoekt en draagt in haar
handen haar respectievelijke attributen:
zwaard en weegschaal. Geen uitbundige
barokke vormen, wel de koele
terughoudendheid van de Renaissance.
Opkijkend naar de Zeeuwse Themis ervaart
de beschouwer een stille vervoering: de
renaissance-kunstenaar heeft haar jurkje
een pietsje boven de rechterknie opgelicht,
net voldoende om, o zo eventjes, iets van
haar vrouwelijke architectuur te tonen,
juister nog, te laten vermoeden. Je
terugplaatsend in die verre verleden tijd zie
je de beeldhouwer ten prooi aan een
gewetensstrijd: zou ik?, mag het wel?
Uiteindelijk heeft de kunstenaar het van de
calvinist gewonnen, al is het al met al bij
een compromiesje gebleven. En je stelt je
de voorbijgaande edelgestrenge vroede
vaderen van weleer voor: een verstolen
knipoogje werpend naar mekaar. Onder
mannen. De goede verstaander begreep.
Mocht je ooit in Dreischor komen, vergeet
dan niet, kuierend over het heldere
Er kwamen twee reakties op de vraag in
Mededelingenblad 63 (blz. 25) of er nog
meer hartvormige figuren in gevelmetsel
werk bekend waren. De heer J. Kriste-
lijn, eigenaar-bewoner van „het Anker"
aan het Sluispad te Haamstede, stuurde
nevenstaande foto van zijn huis. De gevel
vertoont drie van dergelijke figuren. De
ze zijn oorspronkelijk, want op een foto
uit 1917 van vóór de restauratie waren ze
duidelijk zichtbaar reeds aanwezig. De
heer C. Leeuw te Zierikzee attendeerde
op de gevel van het perceel Ring 4 te
Noordwelle. Daar zijn niet minder dan
zeven harten aangebracht. Dank aan bei
de inzenders. Zijn er nóg meer bekend?
plaveisel, even stil te houden bij het
voormalige stadhuisje en op te blikken
naar de kleine gevelsteen. Je ondeugend
monkellachje zal ik verstaan.
Gent, C. A. Geysen
81