De gevel van een woning aan de Nieuwe
Boogerdstraat te Zierikzee. Dit was het
eerste geval waarbij een partikulier de
hulp van Stad en Lande inriep.
De gevel van een woning aan het
Havenpark te Zierikzee.
De gevel van het pand Den Haene aan
de Meelstraat te Zierikzee.
Wat was nu precies het doel van de
vereniging?
Volgens de eerste statuten stelde de
vereniging zich ten doel: de bevordering en
het behoud van stadsschoon en landelijk
schoon in de meest uitgebreide zin op het
eiland Schouwen-Duiveland. Zij trachtte dit
doel te bereiken door o.m.: historisch en/of
esthetisch belangrijke bouwwerken voor
afbraak of onoordeelkundig herstel te
behoeden en deskundige restauratie te
bevorderen.
Thans heeft de vereniging het volgende
doel: het bevorderen en het behoud van de
stedelijke an landelijke schoonheid in de
meest uitgebreide zin op Schouwen-
Duiveland, alsmede het bevorderen van de
kennis van Schouwen-Duiveland en de
bestudering van de levensomstandigheden,
gewoonten en gebruiken van de mensen die
dit gebied bewonen en bewoond hebben.
In dit verband - het bevorderen van de
kennis van Schouwen-Duiveland - paste
ook helemaal de instelling van de
commissie Jaarboek in 1975. Deze is er
sinds 1976 in geslaagd ieder jaar een editie
van de Kroniek van het Land van de
Zeemeermin te doen verschijnen. De
Kroniek, veelal bevattend populair-
wetenschappelijke artikelen over allerlei
historische onderwerpen betreffende
Schouwen-Duiveland, is in de loop der
jaren uitgegroeid tot het vlaggeschip van
Stad en Lande.
De secretaris schreef over 1939 het
volgende: „Hiermede is ondergetekende
gekomen aan het einde van het overzicht
van de eerste schreden, die de jonge
vereniging in het afgelopen jaar heeft
gedaan. Moge, dank zij aller
daadwerkelijke steun, de pas steeds
krachtiger worden in het belang van
Schouwen-Duiveland!'
Aldus besloot Mr. Nieuwenhuijsen zijn
jaarverslag over 1939. Inmiddels heeft onze
vereniging, evenals vele medewerkers,
„Abraham gezien". Laten we niettemin met
z'n allen stevig door blijven lopen op de
weg die Westendorp Boerma,
Nieuwenhuijsen en al die anderen in 1939
zijn ingeslagen. Zij gingen ons voor, laten
wij blijven volgen.
Tot slot richtte hij zich tot alle
medewerkers van de vereniging die met
ambitie en ijver hun bijdragen hebben
geleverd. „Zij hebben het mogelijk
gemaakt dat wij dit jubileum op deze wijze
kunnen vieren. Het bestuur is hen
daarvoor zeer dankbaar!'
Vervolgens gaf hij het woord aan de vice-
voorzitter, W. C. de Vrieze, voor het
aankondigen van de programma-onderdelen
van die morgen.
In zijn welkomsttoespraak op de
middagbijeenkomst ging de voorzitter nog
in het kort in op wat de diverse commissies
in de kerk ten toon stelden. Hij benadrukte
het belang daarvan en bedankte hen, en
uiteraard ook de andere commissies,
hartelijk. De leiding van de
middagbijeenkomst legde hij vervolgens in
handen van Drs. P. F. Vleugel, voorzitter
van de Jubileumcommissie.
69