Onder invloed van de elkaar opvolgende stijlperioden kwamen sommige vormen meer en andere minder in de mode. Zo werden de vaasvorm en miskelk zeer populair in de 18e eeuw. Men begon toen ook windveren en makelaars wit te verven. Voor die tijd waren ze ongeverfd of werden ze - tegelijk met de schuur - zwart geteerd. In het algemeen kan worden gezegd, dat de makelaar vanaf de vroegste tijden steeds werd gezien als brenger van geluk en voorspoed en behoeder van huis en erf tegen onheil. De makelaar stond er niet alleen voor: ook een vlier vlak bij de deur geplant en een rozet huislook op het pannedak werden geacht ziekte en onweer op afstand te houden. Verdween eerst de heidense symboliek uit de denkwereld van de mensen, in deze tijd zeggen zelfs de Christelijke symbolen hen niet veel meer en verliest men zo zijn belangstelling voor de oude geveltekens. Waait er een af, dan zal men er niet snel meer toe komen om een nieuwe te laten maken. Toch zijn op Schouwen-Duiveland de laatste jaren hier en daar weer makelaars vernieuwd naar het oude model en vonden ze hun plaats terug op de schuurdaken. Heden tegen dage vindt men de meeste makelaars in Twente, in Noord-Holland boven het Noordzeekanaal en op de Zeeuwse- en Zuid-Hollandse eilanden. In Noord-Holland kan een makelaar bestaan uit een bewerkte plank, maar ook een kurketrekkerachtige piek, een bolvormige vaas of zelfs een toren komen voor. Dergelijke bolvormige vazen zijn ondermeer te zien op een ets van Rembrandt in het Rijksmuseum: De drie hutten (afbeelding A). 106

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1989 | | pagina 12