Het is opmerkelijk, dat in de geraadpleegde litteratuur zeer uitvoerig wordt gesproken over de gevelbekroningen in Twente en Noord-Holland, maar dat Zeeland nauwelijks wordt genoemd. In het boekje „Onze volkskunst" door dr. Tjaard de Haan staat slechts: „De intellectuele geloofsbeleving van de protestant heeft een diepgaande invloed op de vormentaal van de protestantse geveltekens, niet alleen in Oost-Nederland. In Zeeland en Zuid-Holland vinden we verwante geveltekens die meestal niet ouder kunnen zijn dan van omstreeks 1850". En J. H. Kruizinga zegt in „Ornamenten van Huis en Hof": maar in Zuid- Holland, Zeeland en Utrecht ontbreekt meestal elke karakteristieke geveltopversiering, of, zo ze al bestaat, dan is het dikwijls een eenvoudig krulwerk, waarmee de topdriehoek is gevuld". Dit zal iedereen, die de Zeeuwse- en Zuid- Hollandse eilanden kent of bewoont, vreemd in de oren klinken; want - ondanks de rampen die dit gebied in de loop der tijd getroffen hebben - dragen nog zeer veel oude schuren 1 of 2 makelaars op hun dak. En denk eens aan het dorp Dreischor, waar beslist geen „eenvoudig krulwerk" getoond wordt! Figuur 6 geeft enige voorbeelden uit Twente, Noord-Holland en Schouwen- Duiveland en bij het bekijken ervan wordt wel duidelijk, dat er een grote verwantschap bestaat tussen deze gebieden. Op Schouwen-Duiveland zijn op dit moment ongeveer 125 verschillende makelaars geregistreerd, maar er moeten er nog enkele tientallen volgen. De meesten vinden we in het westen en midden van het eiland, terwijl ze in Bruinisse, Oosterland en Ouwerkerk zeer spaarzaam voorkomen. De oorzaken hiervan zijn de verwoestingen door beschieting aan het eind van de oorlog en de watersnoodramp in 1953. De breedte van de makelaarsplank varieert van 20 tot 30 cm en hij is in zijn geheel tussen de 1 m en 1.50 m lang. De vaasvorm maakt ongeveer 1/3 van het totaal uit en allen worden ze al dan niet bekroond door omgekeerde harten (tegen het onweer), cirkels, lelies en klaverbladen. De miskelk daarentegen vinden we alleen in Brouwershaven, Oosterland en Schuddebeurs (fig. 7), terwijl deze op Walcheren juist zeer véél aangetroffen wordt. Pijlpunten zijn er eveneens te Brouwershaven en verder in Burgh, Dreischor en Scharendijke (fig. 8). Fig. 7 Vaas Miskelk Fig. 8 Het driehoeksmotief of Godssymbool is over het hele eiland verspreid, want we zien dit in Dreischor, Eikerzee, Looperskapelle, Scharendijke, Renesse en Sirjansland. (Fig. 9). De 5-puntige kroon is een zeldzame verschijning op Schouwen-Duiveland, net als de donderbezem. We zien ze in Sirjansland en Dreischor. (Fig. 4 en 10). Het zonnerad kwamen we wel twintig keer tegen. (Fig. 11). 108

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1989 | | pagina 14