Even na het midden van de vorige eeuw
werd het pand opnieuw winkel en
woonhuis. Timmerman A. C. Anker
woonde er. Later diens weduwe en
vervolgens de zoon Willem, die
apothekersbediende was.
Na de ramp van 1953 werd het woonhuisje
in de jaren 60 verbouwd tot kantoor van
het Aannemersbedrijf Schouwen-Duiveland.
In 1985 werd het geheel gerestaureerd. Dit
was zeer ingrijpend. Het grootste deel werd
in feite afgebroken en opnieuw opgebouwd.
De restauratie is uitgevoerd met oog voor
de details. Er is het nodige vakwerk bij te
pas gekomen. De zijmuur is weer van oude
steen, gedeeltelijk met kloostermoppen.
Oude muurankers zitten daar weer in. De
15e eeuwse schampstenen erbij, afkomstig
van de voorganger van de Nieuwe Kerk na
de brand van 1832, zijn gespaard. Voor het
overige is het goed aangepast aan de
bedrijfsvoering.
Oude Haven 14
Op de plaats van dit pand stonden
oorspronkelijk twee woonhuizen. Het
oostelijke pand was het grootste. Vanaf de
17e eeuw woonden hier vooraanstaande
Zierikzeeënaars, die meestal lid waren van
het stadsbestuur.
In de eerste helft van de 17e eeuw was
eigenaar en bewoner de wijnsteker Jacob
Cornelisse Boeije. Eén van de volgende
eigenaren was Adriaen Lauwerse van
Keetenburgh, raad, schepen en
burgemeester. In 1708 werd dit oostelijke
huis gekocht door de bierbrouwer Nicolaas
Bodt. Bij zijn overlijden, tien jaar later, liet
hij een fors vermogen na: bijna 90.000
gulden. Zijn zoon, Cornelis Bodt, trad in
de voetsporen van zijn vader en toonde
zich een uitstekend handelaar. Begin 1748
kreeg deze ook het westelijke huis in
eigendom. Kort daarop liet hij beide
panden verbouwen tot één geheel, met een
nieuwe voorgevel. Cornelis was o.a.
boekhouder van traanhuizen en werd in
1727 lid van de raad. Hij vervulde een Interieur Oude Haven 14.
113