IJzeren stoephekjes Sinds kort ben ik woonachtig op het eiland Schouwen-Duiveland en werkzaam op een notariskantoor te Zierikzee; en als betrekkelijke nieuwkomer wil je je nieuwe omgeving wel eens wat beter leren kennen. In mijn weinige vrije momenten loop ik dan ook vaak te wandelen door Zierikzee en bewonder de daar in ruime mate aanwezige monumentale panden. Het oog kan daarbij vallen op de soms fraai versierde ijzeren hekwerken die sommige stoepen verfraaien. Wat daarbij overigens wel opvalt, is dat deze fraaie panden en de daaraan verbonden hekwerken vrijwel nooit kaarsrecht op elkaar staan. Integendeel, de stoephekjes staan vaak zodanig scheef dat wat begint aan het huis van de heer A. eindigt op de stoep van buurman B. Een en ander leidt ons tot de vraag, wie nu toch wel eigenaar van zo'n stoephekje kan zijn. Deze vraag heeft blijkbaar ook uw redactie gekweld, want reeds geruime tijd geleden heeft die mij verzocht mijn licht eens te laten schijnen over wat we dan deftig zullen noemen de „juridische status van ijzeren stoephekjes". Allereerst de vraag van het belang van de kwestie wie nu eigenaar is. Hoewel ik toegeef dat er belangrijker kwesties zijn, kan ik mij toch voorstellen dat een bewoner van een monumentaal pand graag wil weten of hij nu eigenaar is van zijn stoephekje, of wellicht gedeeltelijk de buurman, of misschien ook wel de eigenaar van de straat, zijnde de gemeente. Het belang zit hem dan o.a. hierin dat de Stoephek in Brouwershaven aan het huis links, dat aan de stoep van de buurman vast zit. 204

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1990 | | pagina 10