De modderbak voor het afvoeren van het uit de Schelphoekhaven gegraven slib. De schrijver van dit artikel duwt de gevulde bak aan de achterzijde. het Waterschap Schouwen hier liet bouwen en dat in 1951 in gebruik gesteld werd. Het is dus maar heel kort in werking geweest. Het stond hoog en is na de ramp weer afgebroken, de fundering was nog lange tijd te zien. Na vier of vijfhonderd meter was er aan de onderzijde van de dijk een boerderij, waar omstreeks 1900 P. Ringelberg woonde en later J. v. d. Hoek. In 1922 kocht W. Oosse de boerderij. Deze W. Oosse was een zoon van C. Oosse uit de Hoosjesweg en een neef van W. Oosse van de boerderij op de Schelphoek. W. Oosse bouwde voor zijn zoon C. Oosse een woonhuis bij de boerderij. Alles is verloren gegaan en met de ramp buitengedijkt. Weer terug naar de Schelphoek gaan we weer over de brug naar de Dijkweg en dan direct noordwestelijk de Zuidwelleweg op, die liep naar Zuidwelle en Noordwelle. De Zuidwelleweg is nog te zien in het buitengedijkte land met laag water, achter de dijk van de Schelphoekhaven in de richting van de Plompetoren. Even voorbij de nieuwe dijk in het bos zijn nog de resten van de boerderij van Joh. Hanse. Deze boerderij was gebouwd tussen 1915 en 1920 voor Jac. Linders. Later woonde er zijn neef P. C. Linders, daarna P. Hanse en toen diens broer Joh. Hanse, tot aan de ramp. We gaan weer terug tot bij het stukje weg dat nog te zien is in het ondergelopen gebied en vinden daar oostwaarts de Westweg. Deze loopt naar de Dijkweg over de brug van de vaart bij de boerderij van N. L. de Oude, genoemd in het begin van onze tocht. We gaan oostwaarts en aan het begin van deze Westweg, waren er in 1752 reeds twee huizen getekend. De eerste was het Hoge huis waar vroeger vermoedelijk een grote boerderij bij gehoord heeft. Het was een groot erf dat hoger lag dan het omringende land. Na 1850 was het Hoge huis een arbeiderswoning van de boerderij van De Oude van de Gemene hoeve, de piaats waar nu de kampeerboerderij in het bos staat. Aan de westelijke zijde van het Hoge huis was een veel kleinere arbeiderswoning aangebouwd. Rond 1920 werd het Hoge huis verkocht aan J. Stoel, een zoon van T. Stoel aan de Dijkweg. Het grote huis werd verbouwd tot schuur met een veestal eraan en het kleinere er Het gemaal Schelphoek dat slechts kort dienst gedaan heeft. 230

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1991 | | pagina 20