En na jaren zoeken heb ik zo de modellen
van de werktuigen voor het boomzagen,
zoals dat in Zeeland gebeurde, niet alleen
kunnen maken, maar is er ook een
vriendschapsband met de familie Franse
gegroeid.
Het verhaal van de wagenmaker
Zijn vader en ooms waren wagenmakers. In
het begin van deze eeuw, toen er nog geen
kunststoffen waren, was hun
grondmateriaal olmen- en/of essenhout.
Als zijn vader hout nodig had, stak hij het
benodigde geld in zijn portefeuille en kocht
dan bij een eigenaar, of op een openbare
verkoping of bij inschrijving 6 of 7 bomen
voor ongeveer honderd gulden. Wanneer de
bomen gerooid waren, werden ze met een
mallejan (oets) of met een speciale wagen,
waarvan de ,,lang"wagen afgesteld kon
worden voor vervoer van langere of kortere
bomen, naar de wagenmakerij gebracht.
Dan ging zijn vader aan zijn broers vragen
hem behulpzaam te zijn bij het zagen van
de bomen. De broers kwamen 's morgens
vroeg in het donker uit hun dorp met de
brandende carbidlantaarns op de fiets naar
de werkplaats. Soms met enig oponthoud,
want die carbidlantaarns gaven wel een
helder wit licht maar hadden de nare
eigenschap nogal gemakkelijk te
„verzuipen" of in brand te vliegen.
Ter plaatse aangekomen werd er een boom
op de plek gerold, waar het boomzagen
zou gebeuren. Dan werd de schors van de
boom eerst met een zware hamer gebeukt
(net als eertijds op zaterdagavond in
Zeeland de stokvis) en daarna met een spa
afgestoken. Rechte of kromgegroeide
bomen, het gaf niets. De kromme bomen
dienden voor eggebalken, disselbomen of
wielvelgen. De kromme bomen werden wel
met de bult naar boven opgehesen, nadat
eerst de koppen er haaks afgezaagd waren
met de trekzaag.
Afhankelijk van wat gezaagd moest
worden, werden de maten op beide
kopeinden van de boom met een waterpas
verticaal afgeschreven, b.v. planken of
balken of gordingen van 2", 3", 4" dikte.
Was dat gebeurd, dan werd de bus met
zwartsel voor de dag gehaald en wat
zwartsel in een emmertje met een klein
beetje water aangemaakt tot een papje,
waarin de smetlijn (touwtje) werd gedoopt.
Aan elk kopeind werd dan door beide
mannen de smetlijn boven de
overeenkomstige verticaal afgeschreven
lijnen strak gespannen. Dan werd de strak
gespannen smetlijn opgelicht, welke daarna
werd losgelaten en op de boom neerkletste,
een zwarte lijn nalatend, waarlangs straks
gezaagd moest worden. Was dat aan de
bovenkant van de boom gebeurd, dan werd
hij verrold, zodat ook de onderkant aan de
beurt kwam om afgeschreven te worden
met de smetlijn, (fig. 1)
De smetlijn
wordt opgelicht.
fig1
Verticaal
afgeschreven
lijnen.
237