heeft een dubbele trapgevel en dateert uit
het begin van de 17de eeuw, kort na de
uitmoording dus. Het oude stadhuis wordt
„Spaanse huis" genoemd. Het is nu het
Comeniusmuseum. Comenius was een
Tsjechisch paedagoog en denker, die in
Naarden is begraven. Veel Tsjechen komen
dan ook hier op bezoek. En dan de kerk,
ooit opgedragen aan St. Vitus en beroemd
door de traditie van de jaarlijkse Mattheus
Passion-uitvoeringen. De bouw begon zoals
gezegd in 1380 en de kerk werd in 1440
voltooid. Al gauw werd hij vergroot met
zijbeuken die achter het priesterkoor
omliepen en zo een kooromgang vormen.
Binnen is veel moois te zien en uniek is de
complete serie schilderingen uit 1518 van
het houten tongewelf van middenschip en
koor. Ze stellen 11 taferelen uit het Oude
en Nieuwe Testament voor. Er is ook een
fraai bewerkt houten koorhek uit 1531.
En de vesting? Is die zijn geld waard
gebleken? Aan het eind van de 18de eeuw
probeerde men nog door afzanding
inundatie mogelijk te maken, een moeilijk
karwei mede door de konsekwenties voor
grondeigenaars en -gebruikers. Onderhoud
van de vestingwerken, een zaak van
levensbelang, kwam vaak neer op
verwaarlozing in tijden van vrede, door te
weinig middelen, en versnelde uitvoering
bij oorlogsdreiging. In 1787 werd Naarden
door de Pruisen bezet nadat het
stadsbestuur het met hen op een accoordje
gooide. De bezetting kostte kapitalen. En
toen de Pruisen waren verdwenen stonden
in 1795 de Fransen voor de poort. Ook
hun werd geen tegenstand geboden. Die
bezetting duurde 18 jaar, en anders dan
bijv. in Utrecht werd de Franse bezetting in
Naarden gehandhaafd. Als gevolg daarvan
werd in 1813/14 de stad belegerd door de
nieuwe Nederlandse regering. Dat
betekende regelmatige en steeds zwaarder
wordende beschietingen. Pas in mei 1814
gaven de Fransen zich over.
In de vorige eeuw heeft men zich intensief
met de vesting Naarden bezig gehouden. Er
werden forten gebouwd en tijdens de
Frans-Duitse oorlog van 1870/71 was men
er min of meer paraat. Men was er toen
ook aan gaan denken de Nieuwe Hollandse
Waterlinie als kern van de Nederlandse
verdediging te beschouwen. Daarin bleef
Naarden een zwak punt. In W.O. I was de
Waterlinie het zwaartepunt van een
eventuele verdediging geworden.
Bij Koninklijk besluit van 28 mei 1926
werd de vesting Naarden c.a. als zodanig
opgeheven. Gelukkig kwam men tot de
ontdekking dat de werken unieke
mogelijkheden boden. Hier lag een 17de
eeuwse vesting, die het behouden waard
was.
Sinds 1961 is Naarden een
kuituurmonument, dat door restauraties in
een zo goed mogelijke staat wordt gebracht
en gehouden.
Bastion Turfpoort is vestingsmuseum en
daar is van alles over de vesting Naarden
en de mensen die hem hebben bediend te
zien.
De gegevens zijn geput uit: Dr. A. C. J. de
Vrankrijker, „De historie van de vesting
Naarden".
Stratenplan, ommuring en gracht van het
middeleeuwse Naarden. Het noordelijk deel van
de vroegere buitengracht is nu nog te vinden als
„Oude en Nieuwe Haven".
246