van de Zeeuwen tegen het water. De jonge moeder houdt de linkerarm geheven als een krachtig „Ja, ik wil leven!" Haar gelaat staat ernstig, op het grimmige af. Ook al kom je kreunend boven, je tovert geen smile" op je gezicht na de doorstane verschrikkingen. Met de rechterhand houdt ze het handje van haar kind dat beschutting zoekt onder de bips van de moeder. Moeders hebben mij verzekerd dat kinderen die zich bedreigd voelen daadwerkelijk bescherming zoeken onder die veilige welvingen. Het linkerhandje van het kind haakt in de linkerbips van de moeder: zo van het leven afgekeken. Siste viator... Wandelaar door Zierikzee, sta even stil en sla die sublieme sculptuur niet over, want je zou veel missen! We lopen een stukje de stad terug in langs de kade en houden halt bij het bordes van de v.m. Corneliastichting. Jaren geleden woonden hier nonnetjes die zich toelegden op ziekenzorg en lager onderwijs. Men heeft me verteld dat de protestantse inwoners van Zierikzee er de voorkeur aan gaven door de roomse zusters te worden verzorgd in het bejaardentehuis en door ze te worden verpleegd in tijden van ziekte. Piëteitsvol noemde men ze de Liefdezusters. Ad Braat legde de herinnering aan de verdienstelijke zusters vast in een driedelig laagrelief. Net een drieluik in brons. Links onderwijst een maseurke* de jeugd van Zierikzee. Dat het om een pril schoolpubliek gaat lezen we af van de bengelende beentjes van het kind op de hoge stoel. Het middenstuk toont een nonnetje frontaal tussen een van terzijde toekijkende bejaarde man en vrouw. Het nonnetje draagt een preconcilair habijt zoals de rijpere jaargangen in Vlaanderen het in de zalige dertiger jaren op de bewaarschool nog gekend hebben. Breed gebouwd, kennelijk van agrarische origine, geteeld op de veie* Zeeuwse klei, het habijt een goed stuk te kort, typerend voor de zusters van weleer die naast de werkzaamheden des geestes ook voor meer prozaische taken in de kloosterhoeve werden ingezet. In het Frans zou men ze tekenen „respirant la santé physique et morale" (blakend van fysieke en geestelijke gezondheid). Het linker heertje met de vooruitgestoken sik kijkt met ongebluste oogopslag, getuigend van vroegere ondernemingsgeest, naar het nonnetje. Ook het dametje rechts laat zich niet onbetuigd en kijkt braaf-glimlachend en instemmend toe. Het nonnetje zelf 226

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1991 | | pagina 4