een hoger stukje land, wat met een
windmolentje bemalen werd, was nog een
kleine buurtschap. Boven op de dijk stond
het huis van de dijkbaas, met een ander
woord de waterbouwkundig opzichter. De
laatste dijkbaas die er woonde was
H. Heijt, hij is nog secretaris geweest van
de Kerkvoogdij van Serooskerke. Nadien
woonde de wed. Klaasse er, tot de woning
afgebroken werd in de dertiger jaren. In de
hoek van de dijk geheel in de luwte
woonde P. Berrevoets, die visser en
eierenraper was in de Heertjesinlaag; later
zijn weduwe met haar dochter, tot de
ramp. Zij zijn tijdig naar Flauwers
vertrokken met de rampnacht. Ook was er
het huis van de kantonnier C. Berrevoets,
maar dit huis was niet meer bewoond voor
de ramp. Er was ook nog de boerderij van
Van Damme. Zijn weduwe woonde er nog
jaren alleen, maar was reeds overleden met
de ramp.
We gaan weer terug naar de Schelphoek
over de verharde inlaagdijk en nemen nu
de weg over de haven. Eerst zien we aan de
linkerzijde de overdekte berging van de
modderbak, welke gebruikt werd om de
haven uit te baggeren met mankracht.
Verderop tegen de zeedijk stond behalve
het reeds genoemde kolenpakhuis van P.
Landegent (die reeds in 1925 naar
Haamstede verhuisde) een groot pakhuis
van de beurtschippers gebr. Landegent, die
iedere vrijdag met het beurtschip op
Rotterdam in de haven van de Schelphoek
kwamen. Ook stond er het weeghuisje waar
alle aangevoerde produkten gewogen
werden door de havenmeester en weger.
Behalve het weeghuisje is alles afgebroken
in 1942. Bij de wederopbouw na de oorlog
werd er weer een nieuw pakhuis gebouwd.
Verder over ze zeedijk in de richting
Plompetoren zien we in de beschoeiing aan
de zeezijde de uitlaat van het gemaal, dat
Aanzet van de huidige ringdijk om het Schelphoekgat (op de achtergrond)
op de voorgrond van Goemans begon de wandeling. Rechts in het midden
woning van Remmers en daarachter de verdwenen boerderij van De Oude.
1951 in gebruik gestelde gemaal.
in 1953. Bij de boerderij
de nog juist behouden
Aan de dijk het eind
229