Nieuwe boeken
ontroerende ogenbikken, van gewijde
stemming, van orgeltonen, die mij nóg in
de oren klinken en zelfs, terwijl ik deze
regelen schrijf, zie ik mijne gedachten ver
terug en zie twee plaatsen voor de
preekstoel in de kerk te Zierikzee, waarop
door de hoge boogvensters heen een
aprilzon haar koesterend licht laat vallen
en waar Moeder en Vader als bruid en
bruidegom, bedeesd en ontroerd, de
handen inéén, Gods zegen afsmeken voor
hun beider lot, dat voortaan één zal zijn,
één - tot hun laatste snik...
Voor Hendrik Cornelis Wilson kwam dat
stervensuur op 8 december 1942 in Den
Haag. Hij werd 76 jaar oud.
In 1926 werd een „Bloemlezing uit de
gedichten" in een beperkte oplage
gepubliceerd. Deze publikatie, waaruit de
opgenomen fragmenten zijn geput,
verscheen ter gelegenheid van zijn 60ste
verjaardag als cadeau van zijn echtgenote
en de twee oudste zoons.
H. Uil
Met dank aan de heer R. E. Wilson te Leiden.
Dijkwerk is mensenwerk
Ons lid M. van Langeraad te Hoofddorp
zond ons onderstaande aankondiging van
dit boek over Pieter Bakker.
Deze Pieter Bakker is evenals zijn vrouw
Cornelia van de Velde afkomstig uit
Brouwershaven.
Het boekje is voorzien van vele foto's,
waaronder portretten van Pieter en
Cornelia.
In december 1990 is de negende uitgave
van de Kring van Vrienden van de
Hondsbossche verschenen, handelende over
dijkopzichter Pieter Bakker, die bijna zijn
gehele leven wijdde aan het dijkwerk. Een
Zeeuw, die als zovelen, naar Noord-
Holland kwam om de Noord- en Zuiderzee
met noeste arbeid te bestrijden. Hij werkte
van 1872 tot 1887 aan de Hondsbossche
Zeewering en van 1888 tot 1913 aan de
Noorderdijk, lopende van Wervershoof tot
Enkhuizen. Uit de uitgave met foto's blijkt
nog eens duidelijk, dat dijkwerk
mensenwerk is. In het verleden deden grote
ploegen dijkwerkers met eigen
lichaamskracht, paarden en eenvoudig
gereedschap het zware werk.
Het boekje kost 5,en is telefonisch te
bestellen.
Voor nadere informatie over de uitgave:
W. Messchaert, tel.: 072-193636.
Dorpen in Zeeland
Onder deze titel werd op 27 april j.l. in
Middelburg de zesde Historische studiedag
van de Werkgroep historie en archeologie
van het Kon. Zeeuwsch genootschap der
wetenschappen gehouden.
De eerste spreker, prof. P. A. Henderikx,
ging in op het vroegste stadium. Na de
Romeinse tijd was door een eeuwenlange
periode van overstromingen (3e-6e eeuw)
bewoning in de delta praktisch onmogelijk
geweest. Door verlanding van kreken en
door klei-afzetting op de veengronden
kwam daarin geleidelijk verandering, het
eerst in de kuststreek. De „burg"-dorpen
(o.a. Burgh) dateren uit de 9e eeuw. De
nederzettingen vond men op de hoge
kreekruggen en in de 11e eeuw kon het
land worden beveiligd door menselijk
ingrijpen: dijkbouw (Zanddijk bij Veere),
afdamming van kreken, opwerping van
(woon)heuveltjes.
Sterke bevolkingsaanwas in de 12e eeuw
deed de bewoning toenemen; tegen 1300
zijn alle nederzettingen aanwezig, vaak met
kerk. Er is een versterkte behuizing voor de
ambachtsheer, met een smidse en in vele
gevallen met de vaete als drinkput voor het
vee. Daarmee was het dorp tot de
ondersteunende funktie voor de omgeving
in staat. De oorsprong en geschiedenis
spreken vaak uit de dorpsnamen die
276