5). In de Zierikzeesche Nieuwsbode van 15
juli 1991 maakt het college van B en W
van Brouwershaven bekend dat ter inzage
ligt het ontwerp van de le uitwerking van
het bestemmingsplan Brouwershaven Kom.
De uitwerking heeft betrekking op de
mogelijkheid tot de bouw van 11
geschakelde woningen op een bouwstrook
in het verlengde van de Haven Z.Z. Het
vigerende bestemmingsplan Brouwershaven
Kom is opgemaakt naar aanleiding van de
inschrijving van de kern Brouwershaven in
november 1973 als beschermd stadsgezicht.
Dit houdt o.a. in dat er zeer zorgvuldig
met veranderen, vernieuwen en uitbreiden
van panden moet worden omgegaan. Een
bijbehorend ingediend schetsplan voor de
bouw van bovengenoemde woningen was
voor ons aanleiding te reageren omdat de
hoogte, de dakhelling (minder dan 45°), de
dakbedekking (zink) en de materialen van
de gevels in strijd waren met de
bebouwings- en bestemmingsvoorschriften.
Wij zijn van mening dat de verschijning
geheel afwijkt van de bestaande
bebouwing, zoals de gevelwanden en daken
langs de Haven en de Markt, t.w. in
Plan: „De Muralt", aaneengeschakelde woningen.
hoofdzaak topgevels en zadeldaken. Het
silhouet zoals het plan weergeeft wordt
ervaren als een muur met een weergang.
(Zie schets).
Op 22 oktober 1991 ontvingen wij een
schrijven van Gedeputeerde Staten van
Zeeland waarbij werd vermeld dat zij het
besluit van B en W van Brouwershaven
d.d. 12 augustus 1991 betreffende het
bestemmingsplan en het bij dit besluit
gevoegde schetsplan voor de bouw van de
11 geschakelde woningen hebben
goedgekeurd. Het college heeft gebruik
gemaakt van zijn bevoegdheid vrijstelling
te verlenen voor de afwijking van de
dakhellingen, dakbedekkingen en
materialen van de gevels.
Wij betreuren in hoge mate dit besluit van
B en W van Brouwershaven en de
goedkeuring van Gedeputeerde Staten van
Zeeland en hebben dat in een schrijven aan
beide college's kenbaar gemaakt.
Wij menen dat het beschermd stadsgezicht
van Brouwershaven een betere en
zorgvuldiger behandeling waard is.
Zoals in de aanhef van dit verslag door
ons gemeld, is en blijft het noodzakelijk
zeer oplettend te zijn op voorgenomen
planologische en bouwkundige maatregelen
van de overheid, zulks om te voorkomen
dat de karakteristiek van het landschap en
de dorpen en steden niet worden geschaad.
Als ieder lid van onze vereniging op dit
gebied waakzaam is kan dit een steun zijn
voor de doelstelling van de vereniging:
„Het bevorderen en het behoud van de
stedelijke en landelijke schoonheid in de
meest uitgebreide zin op Schouwen-
Duiveland".
Een door ons opgemaakt en ingediend
alternatief-plan geeft aan dat het ook anders
kan.
316