Het Schouwse strijdtoneel (1575) door een koningsgezinde en een prinsgezinde bril bekeken: J. Pourtant - F. Hogenberg Voor vele generaties is een groot deel van de vaderlandse geschiedenis aanschouwelijk gemaakt door de gravures van vader en zoon Hogenberg, soms als illustraties tussen de tekst, maar ook door uitsluitend illustraties; zoals L. Voet, Frans Hogenberg, De Tachtigjarige oorlog in prenten, Den Haag, 1977, en F. Hellwig in Geschichtsblatter, Nördlingen, 1983; deze geeft ook de Hogenbergse gravures van gebeurtenissen in en buiten Europa, o.a. de strijd van Karei V in Tunis en de slag bij Lepanto. Onder de vele graveurs van die tijd die Hellwig noemt trof ik echter de naam van J. Pourtant niet. Het is dan ook een verrassing en ontdekking indien je moet concluderen dat enige Hogenbergse gravures - en juist die op Schouwen- Duiveland betrekking hebben - navolgingen zijn van een vrijwel onbekende Pourtant. De eerste prent (ik gebruik het woord prent omdat daar zowel de kopergravure als de ets onder valt) met de naam Pourtantius die ik onder ogen kreeg is in bezit van de heer R. de Jongh te Zierikzee en is helaas zonder het authentiek onderschrift in de Kroniek van het land van de zeemeermin (Schouwen-Duiveland) 15, 1990, p. 68 gepubliceerd, (zie afb. 1). Nu is juist het onderschrift met de nog net leesbare auteursnaam het kenmerk: de gelatiniseerde vorm J. Pourtantius. De aanvulling van de verminkte tekst gelukte doordat de Atlas van Stolk te Rotterdam een prent bezit met het zelfde onderwerp en de zelfde tekst, maar zonder auteursnaam, zie Kroniek 15, 1990, p. 67. De verwondering over deze werkelijk unieke prent van de tocht door het Zijpe, van de Spaanse opmars en van het geïnundeerde Schouwen deed me de auteursnaam vergeten. Het spreekt van zelf dat de glorieuze Spaanse invasie niet werd vastgelegd door de prinsgezinde Hogenberg, wel door de Spaanse oorlogspropaganda: de talrijke Spaanse vlaggen die het Spaanse leger meevoert laten aan duidelijkheid niets te wensen over, de auteur is overtuigd royalist. Aan elke kant van de deerlijk geschonden kaart is een rand van ca. 2 cm weggeknipt; gelukkig is de naam gespaard. De afmetingen zijn nu 29,5 x 22,5 cm. De poging tot ontzet van het belegerde Zierikzee door Geuzenschepen slaagde slechts zéér gedeeltelijk en gaf aanleiding tot een subjectieve interpretatie van de militaire resultaten. De Spaanse propagandist suggereert de overmacht van SConincx schepen en leger, zie afb. 2. Natuurlijk zal Hogenberg de vaderlandse zaak hoog houden en de Spaanse macht kleineren. Men vergelijke nu afb. 2 van J. Pourtant met afb. 3 van F. Hogenberg en leze speciaal de onderschriften. De naam J. Pourtant figureert na het tweetalig onderschrift, vooral de eerste regel echter is opmerkelijk in afb. 2: „Zierickzee die outste Rijckstadt van Zeelant". En op afb. 3 van Hogenberg „Ziericzee ein Statt in Zeeland alt". Voor de uitvoerige beschrijving en vergelijking van beide prenten verwijs ik naar Kroniek 16, 1991, p. 69-72, waar echter de onderschriften van beide prenten zijn weggelaten. Naar mijn mening staat de originele prent op naam van J. Pourtant en is Hogenberg de navolger. De afmetingen van afb. 2 zijn 29 x 24 cm en van afb. 3 27 x 20 cm. Het is overbodig wederom de twee prenten van Bommenee af te beelden, maar ik verwijs naar Kroniek 16, 1991, p. 66-69, waar echter onder de prent van Hogenberg het latere polemische en hoogdravende 317

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1992 | | pagina 15