Aalst en Laarne, excursie
op deze vrijdag de 15de. Vrijdag na Sint
Maartensdag (11 nov.) werden op het
stadhuis in Zierikzee twee hooggeplaatste
ambtenaren van de landsheer Karei de
Stoute, gekomen om belasting te innen,
vermoord en uit het raam gesmeten.
Hevige commotie dus!
Brandenbarg bood aan burgemeester
Asselbergs van Zierikzee de eerste nieuwe
Kroniek aan en de originele tekening van
de omslag, door de Zierikzeese kunstenares
Hedi Bogaars gemaakt: een gezicht op
Zierikzee vanaf de Leverdijk.
Burgemeester Asselbergs waardeerde dit
buitengewoon en zou zorgen voor een
mooie plaats in het stadhuis. Dank zij de
initiatieven van de voorzitter van de
Commissie Jaarboek kon Asselbergs ook
melden, dat er in het stadhuismuseum van
april tot november een tentoonstelling over
het drieluik komt.
De tweede Kroniek was voor Hedi Bogaars.
De redactie had zelfs drie tekeningen
gekregen waaruit gekozen mocht worden.
Rondvraag
Dhr. Van Heel was onder de indruk van de
vele activiteiten en de grote lijst met
bezwaren die we geuit hadden tegen
planologische aantastingen. Bij de strijd
tegen de windmolens vroeg hij zich echter
af, of we daarmee niet te ver gingen. Dat
is toch milieubewust? De voorzitter
antwoordde, dat we geen bezwaar tegen
windmolens hebben, maar dat het op die
plaats ontsierend werkt. Van Heel vroeg
zich af waar het dan wel kon?
Dhr. Van der Graaf had met belangstelling
en treurnis kennis genomen van het
verwoeste geriefhoutbosje bij Zonnemaire.
Hij vroeg zich af of dit nu zo maar kon en
of er nog wat te redden viel? Dat laatste
nauwelijks. Bestuurslid Beijersbergen legde
uit dat ondanks de zeldzaamheid
erfbeplanting planologisch niet is
beschermd, helaas.
Beekman wees op het overbodige van witte
verf op de schamppaal bij de
Pottenbakkersstraat. De voorzitter van de
Commissie Kleine Monumenten zou er
achteraan gaan. Na deze discussie sloot de
voorzitter de vergadering. Na de pauze
volgde de lezing van de provinciaal
archeoloog. Zie hiervoor het volgende
nummer
Drs. P. F. Vleugel
2e secretaris
Aalst ligt tussen Gent en Brussel en is bij
de meesten niet zo bekend.
De eerste vermelding is van 866. Het heette
toen Alosta. Thans telt het zo'n 50.000
inwoners. Er is onder meer een zéér fraai
marktplein en een indrukwekkende gotische
kerk. Het oude Alosta is ontstaan bij een
overgang van de Dender, ten Z. van een
moerassig gebied langs de Schelde. Het lag
in agrarisch gebied.
Alosta behoorde in de 9e eeuw toe aan een
benedictijner abdij. Het heeft zich tot stad
kunnen ontwikkelen dank zij de
belangrijke handelsweg die van de destijds
grote zeehaven Brugge via Brussel en
Maastricht naar Keulen liep en bij Aalst de
Dender kruiste.
Reeds in 1128 was de stad omringd door
verdedigingsmuren. In de omgeving werd
veel hop verbouwd, belangrijk voor de
bierbrouwerijen. Behalve een Graanmarkt,
een Vismarkt en een Botermarkt is er dan
ook een Hopmarkt in het centrum. Helaas
is in 1964 de oude Dender met de „Werf",
aan dit centrum grenzend, gedempt. Daar
staat nu nog het Oud-Hospitaal, thans
stedelijk museum. Hier bevond zich
327