Op bedevaart van Schouwen-Duiveland
naar 's-Hertogenbosch
Al eeuwen geleden ging men op bedevaart,
waarbij men een bijzonder doel nastreefde.
Men ging op reis om genezing te
verkrijgen, uit dankbaarheid dat gebeden
verhoord waren, of omdat deze als straf
werd opgelegd.
Over dit laatste onderwerp kunt u uitvoerig
lezen in onze Kroniek nr. 5 van 1980
(H. Uil).
Van de eersten zijn er ook thans nog
bedevaarten.
Men gaat om genezing te vinden naar
Lourdes in Frankrijk. Om een heilige te
vereren gaat men naar Santiago de
Compostela in Spanje voor de heilige
Jacobus, naar Kevelaer in Duitsland voor
Maria of, dichterbij, naar Lepelstraat
(Halsteren) voor de heilige Antonius.
Uit dankbaarheid gaat men naar
's-Hertogenbosch, naar de Zoete Lieve
Vrouw zoals men dat daar zegt.
Ook dit jaar is de Kathedrale Basiliek van
Sint Jan in de maand mei het doelwit van
tienduizenden pelgrims die, meestal
groepsgewijze en te voet, bij het krieken
van de dag op pad gaan.
Men schaart zich dan rondom het beeld
dat volgens de overleveringen al in 1380 is
gevonden door een steenhouwersknecht die
werkzaam was bij de bouw van de
Gotische kerk. Het beeld had daarvóór een
plaats gevonden in de Romaanse kerk die
op dezelfde plaats stond, maar men had
het afgedankt omdat het zo lelijk was.
Het beeld werd in ere hersteld en kreeg een
plaats in de vroegere doopkapel welke
tegen de toren van de Sint Jan is gebouwd.
De geschiedenis is bewaard gebleven in een
oud, met de hand geschreven, boek, het
z.g.n. „Mirakelboek".
Het boek dat nu nog in de kerk aanwezig
is, is een kopie uit de 15e eeuw van een
ouder exemplaar dat in de loop der eeuwen
verloren is gegaan.
Er staan ooggetuigenverhalen in van
gebedsverhoringen die vanaf 1381 bij het
Het zgn. Mirakelboek van de St. Jan te
's-Hertogenbosch.
genadebeeld gebeurden. Verhalen van
allerlei pluimage, uit alle streken van
Europa en ook van ons eiland Schouwen-
Duiveland.
In het stadsarchief van 's-Hertogenbosch
bevindt zich een moderne vertaling van dit
boek, waarin opgenomen de eerste 250
verhalen. Daarin zocht ik de Schouwse en
Duivelandse verhalen op en hierna worden
ze met datum en nummer vermeld:
nr. 33, 13 februari 1383.
Katelijn, de vrouw van Jan Claunat
woonachtig te Duiveland, leed gedurende
een half jaar aan zware hoofdpijn. Dank
zij Maria van 's-Hertogenbosch genas zij
en zij volbracht haar bedevaart.
330