nr. 256, 21 september 1383.
Klaas Jansz., woonachtig te Zierikzee kreeg
op 17 juni aan zijn rechterbeen van de
enkel tot aan de knie ontstekingen en open
wonden. Twee artsen werden vergeefs
geraadpleegd. Toen beloofde hij een
bedevaart tot Maria van 's-Hertogenbosch.
Kort daarop kon hij met krukken weer
lopen en spoedig genas het been geheel.
Klaas volbracht zijn bedevaart en offerde
zijn krukken.
nr. 18, 16 februari 1383.
Pieter Hugensz., woonachtig te
Westerschouwen bij Zierikzee leed vanaf
1379 aan waterzucht. Omtrent 1 oktober
1382 beloofde hij zijn bedevaart tot Maria
in wollen kleding en barrevoets. Korte tijd
daarna genas hij, waarna hij met 23
anderen uit Zierikzee zijn bedevaart
volbracht.
nr. 264, 28 september 1383.
Soete Petersdr., woonachtig te Zierikzee
raakte op 23 juni buiten zinnen en moest
vastgebonden worden.
Na 15 weken beloofden haar vrienden en
familieleden een bedevaart tot Maria van
's-Hertogenbosch, waarna zij beter werd.
Ook zelf beloofde zij toen een bedevaart.
Allen volbrachten deze.
nr. 396, 4 juni 1385.
Jacob Houke woonachtig te
Westerschouwen geraakte buiten zinnen en
was VA jaar aan zijn handen geboeid.
Toen artsen hem niet konden helpen
beloofde men een bedevaart naar Maria
van 's-Hertogenbosch en als offerande het
gewicht van Jacob in tarwe.
De boeien vielen direct van zijn handen en
hij genas. Samen met eerzame mensen uit
de streek volbracht hij zijn bedevaart.
nr. 415, 1385.
Jacob Jansz. woonachtig te Schouwen zat
een jaar min 5 weken gevangen te Brugge.
Hij werd ernstig gemarteld. Hij riep Maria
van 's-Hertogenbosch aan, die hem een gat
in de muur wees. Daardoor kon hij
ontsnappen. Hij volbracht zijn bedevaart.
Uit al deze verhalen proeft men hoe men
in de 14e eeuw leefde en dacht. Maar ook
nu blijkt de bedevaart nog steeds
onuitroeibaar te zijn. Ook nu gaan nog
Zeeuwen naar Kevelaer, zij het dat men
met een comfortabele reisbus gaat. Echter
niet iedereen maakt het zich gemakkelijk,
want zo kon men op zaterdag 25 mei 1991
via Omroep Zeeland een interview
beluisteren met een dame die te voet naar
Santiago de Compostela was geweest. De
intenties zullen wel verschillen met die van
de 14e eeuw, maar de zelfopoffering, welke
zo'n tocht vergt, wekt mijn bewondering
op.
H. Blankert
Dalebouts hoeve, tVestenschouwen.
331