De verloedering van het Abdij plein Net iets te laat voor plaatsing in het vorige mededelingenblad ontving de redactie onderstaande beschouwing van architekt Kraamer over het Abdijplein te Middelburg. Hij schreef die naar aanleiding van een vraag op onze ledenvergadering van 3 april 1992, waar hij het beleid van de welstandscommissie in Zierikzee aanroerde. Zie het artikel "Zierikzee: monumentenstad!?" in no. 74 van juni '92. In de pauze vroegen enkele leden hem hoe hij als oud - welstandsarchitekt van Middelburg aan keek tegen het vernieuwde Abdijplein. Hoewel Middelburg niet tot ons "werkgebied" behoort hebben we gemeend het artikel toch te plaatsen. De schoonheid van dit plein, waar onze provinciale bestuurders inspiratie opsnui ven, gaat ook ons ter harte. Het verhaal hebben wij met instemming van de auteur wegens ruimtegbrek iets bekort, met name in de aanhef. (Red.) Het door BNA-architekt Cees Dam uit Amsterdam (o.a. van de Stopera) gepresenteer de ontwerp voor een glazen aanbouw aan de gerestaureerde Statenzaal, dat als zodanig in Middelburg de nodige kritiek opwekte, hebben wij als welstandskommissie in eerste instantie om andere redenen afgekeurd. Met name omdat het op een lelijke wijze tegen de Statenzaal aan leunde en omdat de twee glazen torentjes uiterst modieus waren vorm gegeven. In feite dus op details en zeker niet t.a.v. het principe. Het aardige is zelfs dat met een totaal glazen aanbouw men het hoofdgebouw visueel het minst aantast en de doorkijk naar het gebouw behoudt, terwijl er van binnenuit gezien (Dam is ook interieurarchitekt BNI) een optimaal boeiend kontakt met de binnentuin ontstaat. Het m.i. onfrisse gekrakeel werd gevoed door onno dige behoudzucht en hield de bouw meer dan een jaar op, maar voorkwam de bouw gelukkig niet. Met het Abdijplein ligt het uiteraard anders - een plein is geen gebouw! Vooropgesteld: het Abdijplein was en blijft een uniek, intiem, mooi plein omzoomd met prachtige, aan elkaar qua stijl identieke monumenten, gekompleteerd met een nieuw gebouwde, lange bindende gevel van het Provinciehuis - ontworpen door de onvol prezen Prof. Ir. J. F. Berghoef (inmiddels 90 jaar). Deze gevel is een van de fraaiste voor beelden van Delftse School architektuur in Nederland met een eigen toets middels typische Berghoefdetails. Ik meen dat het zeker geen doodzonde is om in de nieuwe outfit het vroegere gazon weg te halen en er een stenen plein van te maken; ook de hardstenen pomp die er voeger stond mis ik geenszins - de gehandhaafde bomen stofferen voldoende. Ook de in de bestrating aange brachte hardstenen radialen - al komen ze mij wat onnodig over - doen wezenlijk geen kwaad aan de weldadige pleinvorm. Hier en daar zijn in de grond achter glas onder de boomgroepen wat verlichtingstralers aange bracht, waarvan ik het effekt nog niet heb mogen waarnemen, maar dat ongetwijfeld een boeiend lichtspel zal opleveren. Dit lichtspel moest medio 1991 gekompleteerd worden door plaatsing van een aantal - nieuw ontworpen - pleinlantaams. De welstandskommissie keurde deze reeds in september 1991 af en Cees Dam kon weer opnieuw aan het ontwerpen. Gelukkig zocht men niet naar echte of quasi oud-hollandse lantaarnpalen, maar wilde men gestileerde lam pen, die tevens de gevels kunnen aanlichten. Toen ik in het voorjaar het plein bezocht ont dekte ik daar een nieuw geplaatst prototype dat ik best een mooi gestileerde lichtmast vond, bestaande uit de, typisch bij Dam behorende, tweeledige zuiltjes, waaraan in de top twee, wellicht op de Zeeuwse boerinnedracht geïnspi reerde platte strikken waren bevestigd, die weer twee halogeenlampjes bevatten. Zeer beschaafd allemaal - doch daar bovenop was een ordinaire bouwlamp gemonteerd om de gevel aan te stra len en die verknoeide gelijk het boeiende ont werp. Inmiddels blijkt dat de welstandskommissie nu - dus ruim een jaar na de afkeuring in 1991 - nieuwe palen heeft goedgekeurd en die zullen 388

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1993 | | pagina 14