van de Zierikzeese burgemeester Frederik Willem Jan de Boer erfde een vermogen van 287.000.- Zij hertrouwde 15 februari 1796 met de predikant Ds. Jacobus van Dongen, die hier op 26 oktober 1794 vanuit Steenbergen was beroepen24. Hij overleed op 26 januari 1814. De weduwe heeft - vermoedelijk tussen 1814 en het jaar van haar overlijden 1829 - de grote voorkamer, het vroegere grote voorsalet laten voorzien van plafondversieringen en me daillons van haar beide echtgenoten, in een ge mengde Louis XVI en Empire - stijl. Of het goudlerenbehang toen behouden is gebleven weten we niet. Misschien is het plafond - stucwerk met de engeltjes in de gang toen ook aangebracht. Na haar bewoonde haar zoon Mr. Eliza Adriaan van Dongen, gehuwd met Johanna Mogge Pous het huis tot zijn vertrek naar Wageningen in 18342\ Tussen de jaren 1836 en 1850 verbleef er Mr. Jacobus Boeije, kantonrechter en procureur, die leefde van 1790 tot 1865. Na hem betrok de wo ning Jhr. Mr. Jacobus Schuurbeque Boeije 1815 - 1887 advocaat, houtkoper, en boek houder der Zeeuwsche Brandwaarborgmaat schappij, die gehuwd was met Wilhelmina Catharina Jacoba van Dongen26. In dit gezin werd de Franse conversatietaal nog gehandhaafd27, hetgeen ook eerder in vele gevallen, en zéker in de familie Stavenisse tra ditioneel bepaald kan zijn geweest. In hun tijd had de woning nog geen serre. Achter de achterkamer was er een klein donker binnenplaatsje, en aan de noordzijde daarvan een achterhuis met erin een grote eetkamer27. Na 1887 bleef de zoon Jhr. Louis Wilhelmus Adriaan Schuurbeque Boeije er wonen tot in 1914. in welk jaar hij naar Den Haag vertrok. Verkoop volgde aan de aannemer J. H. Brandenburg, die het huis in 1916 wederom verkocht aan de heer Henri Everhard Beelaerts van Emmichoven, gemeente - ontvanger van Zierikzee. Deze heeft vermoedelijk als verande ringen aangebrachtsuite - deuren tussen de grote voor - en achterkamer, een nieuw trappen huis met als hoekstuk de symbolische voorstel ling van de geboorte van het Proza uit de Muze van de Poëzie, afbraak van het achterhuis en een deel van de bovenétage van het oostelijk gedeel te, waarin zich de vroegere studeerkamer van Dr. Baster bevond en de aanbouw van een serre aan de noordzijde van het westelijk deel. Pas in mei 1930 volgde de aanleg van een moderne badkamer achter de grote slaapkamer. Na Beelaerts bewoonde de bankier A. C. van der Vliet het huis. In diens tijd zijn vermoede lijk het oude koetshuis en de stal afgebroken en vervangen door de tegenwoordige garage. In de oorlogsjaren 1940 - 1945 heeft het pand verschillende bewoners gehad in de toen weer geschapen" twee gedeelten. In de westelijke helft woonde het gezin Saltzherr Krips, in de oostelijke het gezin van notaris Biermasz. Deze beide families waren hiertoe gedwongen door dat hun woningen door de Duitse bezetter waren gevorderd. Daarna werd het huis enige jaren bewoond door het gezin Fermin - Kloppenburg, als huurders. Tijdens het 1100 - jarig eeuwfeest van Zierikzee in 1949 vormden zij een ideaal verkleed patriciërsgezin. Hun plaats werd op 15 september 1950 ingeno men door de huisarts C. M. van Hoorn, die te voren sedert het begin van 1938 in de Nieuwe Boogerdstraat had gewoond. Hij kocht het huis van de bankier, de heer C. van der Vliet, een zoon van de eerder genoemde heer A. C. van der Vliet, die woonde in de villa Kin Yu aan de Wandeling, genoemd naar de Chinese goudvis in de vijver van Dr. Job Baster, die in de nabij heid ervan is geweest. De voormalige keuken, die ook was aange bracht tijdens de bewoning door de heer Beelaerts, werd nu ingericht tot spreekkamer, het vroegere kleine voorsalet tot wachtka mer, terwijl onder het trappenhuis een verbin ding werd aangebracht met de spreekkamer. In plaats van de oude keuken werden, in het ver lengde van de gang, een nieuwe keuken met doorgeefluik naar de serre, en een bijkeuken aangebouwd. In 1953 doorstond het huis de watersnood, maar de benedenverdieping werd onbewoonbaar, zodat op de eerste étage verschillende nood voorzieningen moesten worden aangebracht. In 1956 werd de voorkamer gerestaureerd met nauwkeurige inachtneming van de aesthetische elementen. Aan de achterzijde werd nog een vergroting van de spreekkamer gerealiseerd, met de inrichting van een klein laboratorium. 416

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1993 | | pagina 14