D.J.W. BREETVELT- DE HAAS VERLOSKUNDIGE. "De woonomstandigheden waren over het alge meen miserabel, er waren zelfs moeders die hun kind in het stro ter wereld moesten brengen, omdat ze geen bed tot hun beschikking hadden. Er kwam veel alcoholisme voor. De huizen had den meestal maar een woonkamer en een slaap zolder. In de grote gezinnen sliepen de kinderen allemaal bij elkaar op de zolder. De ouders meestal beneden in de bedstee. Ik heb één keer meegemaakt dat ik in het halfduister bij de bedstee van een kraamvrouw kwam, elektrisch licht was er uiteraard niet, en over iets struikel de: één van de kinderen had zich dicht in de buurt van moeder een plaatsje veroverd en liet zich niet weg sturen." Het vuil was één van de grote vijanden in die tijd. In de warme droge zo mers was er nauwelijks water in de putten. "Soms zag ik de vlooien uit de dekens sprin gen." "De mensen hadden zo'n wisselvallig bestaan, ze konden zo van de een op de andere dag ont slagen worden. Het was mijn richting niet, maar ik kon me wel voorstellen dat de socialist Troelstra veel mensen achter zich kreeg. Het standsverschil was ontzettend groot." Mevrouw Breetvelt kon op 98 - jarige leeftijd nog hartelijk lachen om de malle situaties die ze uiteraard ook meemaakte. "Op een keer werd ik 's avonds laat op een boe renhoeve geroepen, want de boerinne gieng be ginne. Toen ik inderhaast arriveerde, lag de kraamvrouw in haar fraaiste 'hoerendracht' te pronken en ze weigerde pertinent welk kle dingstuk dan ook voor de bevalling prijs te geven." Dat Dina Breetvelt ook begaan was met hoe het dan nog verder ging met haar pupillen bleek uit het volgende verhaal. "Ik kwam vaak 's avonds laat bij gezinnen aan. In heel wat families zaten dan de kindertjes te knikkebollen van de slaap, maar ze konden niet naar bed. want ze moesten erwten lezen om een centje bij te verdienen. Als ik dan thuis kwam zei ik tegen mijn man. als die of die weer slaapt morgen op school moetje er maar niets van zeggen hoor: het is weer zo laat geworden met erwten lezen." De hygiënische omstandigheden waren mini maal. De vroedvrouw hield haar kraamvrouwen voor, dat ze voor het zogen de borsten moesten wassen. Helaas, het kwam er niet altijd van en ■JL- V"uw I- ■f.-ï.-., ^i. de zuigelingen liepen spruw op. Ook de oudere kinderen die de hele dag op spenen sopten, kre gen vaak spruw. Mevrouw Breetvelt droeg altijd een zak nieuwe spenen met zich mee en wist met bekwame en snelle hand bij het soppend grut een oude voor een nieuwe speen te ver wisselen. Wat haar niet altijd in dank werd afge nomen.: "Bè..de juffrouw ei m'n spene ofve- pakt!" Op een nacht werd ze in een huis geroepen in de polder, waar totaal geen licht voorhanden was. Gelukkig was het volle maan en hadden de bewoners rolgordijnen van glimmend zeildoek. Door wat gemanipuleer met het zeildoek kon de jonge vader de geboorte van zijn kind in het licht zetten. 438

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1993 | | pagina 30