wel beloofd had dat de kosten uit de fondsen
van dit jaar zouden worden betaald, doch dit
misschien niet wezen zou voor op 't laatst van
het jaar, en den menschen dientengevolge nog
in den ergsten wintertijd eenige weken van hun
dagloon verstoken zouden zijn, dat op grond
van dat alles de directie voorstelde, om voorlo
pig een voorschot te doen, teneinde de ongeluk
kige en behoeftige arbeiders te kunnen betalen.
Alle tegenwoordige ingelanden verklaarden
daarop diep doordrongen te zijn met medelijden
voor die ongelukkige arbeiders, maar dat hun
particuliere omstandigheden niet toelieten
zoodanig voorschot te doen.
De dijken werden in deze politiek roerige tijden
dus niet alleen bedreigd door oorlogshandelin
gen. ntaar ook door geldgebrek.
Het meeste geld moest komen van de centrale
overheid, die tijdens het bewind van koning
Lodewijk Napoleon in Amsterdam zetelde.
Wanneer dan plotseling in 1810 zuidelijk Ne
derland van de rest wordt afgescheiden en inge
lijfd bij Frankrijk, is het geen wonder dat er
stagnatie ontstaat in de geldstroom van de over
heid. En bij dijkdoorbraken kan niet gewacht
worden totdat de politieke hemel weer wat is
opgeklaard.
In 1812 was er bij de overheid helemaal geen
geld meer. Napoleon had alle beschikbare mid
delen nodig om de tocht naar Rusland te be
kostigen. De Directeur - Generaal (van
Waterstaat?) vond dat het polderbestuur de ar
beidslonen maar moest voorschieten.
Uit de notulen blijkt echter, dat noch de directie,
noch de ingelanden bereid waren onder deze
bijzondere omstandigheden in te springen ten
behoeve van de arbeiders.
In 1813 vond er opnieuw een politieke omwen
teling plaats. Napoleon werd toen in de Volke-
renveldslag bij Leipzig verslagen en op het eind
van dit jaar werd Nederland bevrijd van de
Fransen. Op 30 november landde Prins Willem,
zoon van de erfstadhouder Willem V, te
Scheveningen en begin december aanvaardde
hij de regering als Souvereine Vorst, dus als ko
ning van de eenheidsstaat Nederland. In de no
tulen klinkt van deze gebeurtenissen het volgen
de door.
9 December 1813 werd door de directie be
sloten, uit hoofde der plaats gehad hebbende
verandering van zaken, voortaan geen gebruik
te maken van de Fransche taal.
15 December 1813. Val aan de Flaauwersbout.
Gaf men vroeger kennis aan den prefect, sous
prefect en ingenieur - en - chef, nu besloot men
dat te doen aan de Edelmogende Heeren Com
missarissen van Zijne Koninklijke Hoogheid den
heer Prins van Oranje Nassau, Souverein der
Vereenigde Nederlanden.
2 Januari 1817. Publicatie van het K.B. van 19
November 1816, dat voortaan in alle stukken de
geldsommen moeten worden uitgedrukt in
Nederlandsche guldens en centen. Het decimale
stelsel van maten en gewichten werd bij besluit
van 29 Maart 1817 ingevoerd.
Het regentenbestuur, zoals dat vóór de Franse
bezetting bestond, kwam niet meer in deze
vorm terug, en ook anderszins bleven door
Napoleon ingevoerde hervormingen bestaan.
Toch duurde het nog lang voordat de ingelanden
enige inspraak in het bestuur kregen.
April 1841. Jaarlijks werd een vergadering ge
houden, om aan te hooren de inkomsten en uit
gaven. Op den vraag van den Gouverneur,
welke ingelanden werden opgeroepen,
antwoordde de directie dat volgens het regle
ment van 1796 (na de revolutie) zij opgeroepen
werden die 10 gemeten bezaten.
In 1872 trad een nieuw reglement op het
bestuur van de polder in werking en verviel dat
van 1840. Er werden verkiezingen van 18
hoofdingelanden gehouden en uit hun voor
dracht bij K. B. van 6 Augustus 1872 de leden
van het dagelijks bestuur benoemd. Dit trad op
per 22 Augustus 1872 zodat toen de Centrale
Directie van Schouwen en Burgh en Westland
ophield te bestaan.
14 Februari 1872 kwam voor het eerst de Alge-
meene Vergadering bijeen en werden de ver
kozen hoofdingelanden geïnstalleerd.
Sedertdien kan gesproken worden van een reële
invloed van de ingelanden op het bestuur van de
polder Schouwen, een late uitwerking van de
ideeën van de Franse revolutie.
Dr. Ir. S. F. Kuipers
448