De Franse tijd, zoals die in de notulen van het bestuur van
de polder Schouwen naar voren komt
Alhoewel een polderbestuur doorgaans geen
gezelschap is dat zich .met de politiek bezig
houdt, ziet men in de notulen van het bestuur
van de polder Schouwen van tijd tot tijd toch
een aantal zaken besproken, die samenhangen
met de grote politieke gebeurtenissen die in ons
land plaats vonden.
Dat begon al halverwege de achttiende eeuw.
Toen maakte de Oostenrijkse successieoorlog
het nodig, de kusten te bewaken. In het in 1908
gepubliceerde boek van Fokker "Schouwen
tussen 1600 - 1900", dat voor een groot deel
bestaat uit brokstukken van notulen uit deze pe
riode, wordt melding gemaakt van deze bewa
king langs de Schouwse dijken. Dit blijkt uit de
volgende gedeelten uit de notulen.
In 1744 werden zeven wachthuizen door de pol
der Schouwen gemaakt, aan Suzannes nol,
Flaauwers, Zuidduinen, vuurtoren, achter
Renesse, aan Report en aan den Osse.
20 December 1748. Daar de vrede was ge
sloten, werd op voorstel van de heeren van de
Landwacht besloten, de wachthuizen aan de Re-
part, den Osse en Flaauwers over te nemen.
De Oostenrijkse successieoorlog duurde van
1741 - 1748. Maria Theresia volgde in 1741
haar vader op als hoofd van de Oostenrijkse lan
den, waartoe ook de Zuidelijke Nederlanden be
hoorden. Verschillende landen bestreden deze
erfopvolging, o. a. Frankrijk. De Franse legers
vielen de Zuidelijke Nederlanden binnen, waar
bij ze de in Nederlands bezit zijnde vestingen
langs de huidige Belgisch - Franse grens, de
zgn. barrières, innamen, het Oostenrijkse leger
versloegen en vervolgens de Noordelijke Neder
landen binnenvielen. In 1748 werd de vrede van
Aken gesloten.
De wachthuizen langs de dijken waren nodig
voor de soldaten, die landingspogingen moesten
signaleren en zo mogelijk verhinderen. Ze wer
den blijkbaar op kosten van de Landwacht door
de polder Schouwen gebouwd. Na de oorlog
nam de polder enkele van deze wachthuizen
over. Men zal ze wel gebruikt hebben als bouw
keet bij dijkwerken, opslagplaatsen voor mate
rieel en ook als onderkomen voor de heren van
het bestuur wanneer deze op inspectiereizen
waren. Bij Repart werd een dergelijke '"s Lands
kamer" gesticht en het overgenomen wachthuis
bij Flaauwers werd voortaan de Heerenkeet ge
noemd. een naam die nu nog gebruikt wordt
voor het café aldaar op de dijk.
Enkele tientallen jaren later werden er opnieuw
wachthuizen langs de dijken gebouwd.
Dat hield verband met het uitbreken van de
Vierde Engelse oorlog van 1780 - 1784. Gezien
de droevige toestand waarin de Nederlandse
vloot verkeerde, was het niet denkbeeldig dat de
Engelsen een landing in Nederland zouden
maken. De volgende stukken notulen houden
verband met deze oorlogstoestand.
1 Januari 1781 werd behandeld een missive (of
ficieel schrijven) van de Gecommiteerde Raden,
dat door de kritieke omstandigheden waarin de
Republiek verkeert de noodige wachthuizen
moeten worden gemaakt, gelijk dat in vorige tij
den ook is gedaan.
2 Maart 1781 werd besloten om s Lands keet
bij Koudekerke ook tot wachthuis te laten in
richten, mits ten behoeve van Schouwen betaald
werd L 8 16:8 VL. Nog werd besloten op
verzoek van superintendant en commissarissen
van de Landwacht op Schouwen een wachthuis
te plaatsen in den Haard (dus tussen Renesse en
Scharendijke), tegenover den weg naar de wo
ning van M. de Oude.
23 Maart 1781 werd de keet, staande bij Bor-
rendamme, verhuurd aan de Admiraliteit om
daarin te plaatsen de zieken van 's Lands fre
gat, liggende voor de haven van Zierikzee.
25 Juli 1781 werd de keet in de inlaag van Re-
part tot logies voor militairen verhuurd voor
1 L per maand.
Na het beëindigen van deze Vierde Engelse oor
log, die voor Nederland zeer schadelijk was
geweest, werd ons land steeds sterker verdeeld
door tegenstellingen tussen de Patriotten en de
Prinsgezinden. De Patriotten wilden een minder
445