Mussele, "ordinaris veerman" op Delft, Den Haag en Leiden, rechtstreeks van Zierikzee naar Delfshaven. De tocht leidde nu over het Dijkwater - dat Schouwen van Duiveland scheidde - opnieuw via de Grevelingen, door Den Hals tussen Goeree en Overflakkee en over het Haringvliet. Na dit stuk werd van de koers van de heenreis afgeweken door over de rivie ren Spui, Oude Maas, Maas en Merwede te zei len. De avond was al gevallen toen zij in ge noemd jeneverstokersplaatsje aanmeerden. Aan boord werd overnacht. Hubrecht vermeldde niet hoe laat zij uit Zierikzee weggingen, dus kan de exacte reisduur niet worden bepaald, maar van een tijdstip ergens vroeg in de morgen (mogelijk nog enigszins beïnvloed door het getij) mag men toch wel uitgaan. De volgende dag begaven zij zich naar Delft, nog steeds met hetzelfde schip. En omdat de reis van de schip per na Delft eerst nog naar Den Haag voerde, scheidden na aankomst in Delft om 6.00 uur hun (water)wegen en vervolgden Hubrecht en Verlinde de tocht met de trekschuit Delft - Leiden en vice-versa, waarin zij op de heenreis ook al hadden gezeten. Om 10.30 uur waren de heren weer terug in het Leidse. Een eenvoudig rekensommetje leert ons dat Jan Hubrecht's heenreis, wacht- en rusttijd meege rekend, 28 uren duurde. Bij het vaststellen van de duur van de terugreis moet wat worden ge gist, want Hubrecht vermeldde niet hoe laat hij afreisde uit Zierikzee. Uitgaande van een tijd stip rond 10.00 uur, wacht- en rusttijd en de meer rechtstreekse manier van reizen meegere kend, moet de reisduur grosso modo 23 uren zijn geweest. Jan Hubrecht en zijn landrotten- tijdgenoten vonden de reisduur niet te lang (ze waren wel wat gewend!). Waar de meesten - net als Hubrecht - echt tegenop moeten hebben gezien waren de overtochten over de twee machtige zeearmen: schrikaanjagende wateren. Een met gunstige wind zeilende paviljoenpoon met staatsie in de achttiende eeuw. ets van Gerrit Groenewegen 1754-1826uit zijn: Verzameling van vierentachtig stuks Hollandsche sche penRotterdam 1789) 479

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1994 | | pagina 5