dat seizoen deii Plaatdijk (na den stormramp
opnieuwin staat van zeeweer te brengen,
waarom werd besloten, teneinde een over-
storting van water te voorkomen, wanneer de
dijk mocht doorbreken, wat bij ieder tij te
vreezen was, om het overblijfsel van het
achtertalud (van de dijk) door te steken en er
een speelgat van 2 roe in te maken om den dijk
in een gunstig seizoen weder te kunnen dichten.
Uit deze teksten is het duidelijk, wat met een
speelgat bedoeld wordt, n. 1. een gat in de dijk
waardoor het water heen en weer gaat, bij vloed
naar binnen en bij eb weer uit de polder. In geen
van de geraadpleegde woordenboeken staat het
woord vemeld. Spelen in deze betekenis komt
nog het dichtst bij een van de 16 betekenissen
die vD voor dit woord geeft: "het in snel wisse
lende, dartele, grillige of doorschemerende vor
men bewegen of vertonen, b.v. de zon speelt
door het water, de wind speelt door het gebla
derte." In beide stukken notulen handelt het om
een gat in de dijk, dat men i. v. m. het gevorder
de seizoen vóór de winter niet meer dicht kan
krijgen. In 1764 besluit men daarom, de bodem
van het gat wat te verstevigen, zodat het niet te
diep uitschuurt en steeds meer water door gaat
laten. In 1792 was de dijk nog niet helemaal
doorgebroken. Men besluit nu. dit zelf te doen
en dus een speelgat te maken. Zou men dit niet
doen. dan liep men het risico van een echte dijk
doorbraak bij storm en hoogwater, die veel
meer verwoestingen aan zou brengen dan bij
een open gat de hele winter door het geval zou
zijn. Bij de grote rivieren had men voor dit doel
de "overlaten"
27 mei 1729 werd bevonden dat de schoften in
de Rengerskerker sluiskreek geen dienst meer
deden, zeer lek waren en zooveel water door
lieten, dat er veel schelpen in de sluiskreek kwa
men, en besloten werd een dam te leggen achter
het zuidwaartsche schoft om dit te ondergraven.
Den 2 juni besloot men 't zelfde te doen met de
noordwaartsche schoft.
17 juni 1795: Men besloot in de buiten -
Noordsluis een schoft te maken en daarvóór een
dorpel in de sluis.
11 september 1816; besloten werd aan te bren
gen aan de hoek van Flaauwers, die den zeedijk
en bout vereenigt, 504 schoften schorgrond, 84
schoften zink- ofdekwerk enz.
14 augustus 1802; de directie werd gemachtigd
150 schacht aarde ter versterking van den
buiten rand in den va! in de Westnol van de
Plaatdijk aan de schaff en.
Één van de betekenissen van schoft is een
schuif in een sluis of een duiker (vD). In deze
betekenis wordt het woord gebruikt in de notu
len uit 1729 en 1795.
In de andere notulen gaat het om een andere
betekenis van schoft. Het woord is hier syno
niem van schacht. Dit kan zijn een lengtemaat,
nl. 19 voet. een oppervlaktemaat, een vierkante
Putse roede, maar ook een inhoudsmaat, nl. een
vierkante Putse roe, 1 voet diep uitgegraven het
geen overeenkomt met ruim 5 1/3 m3. (V.B).
Met deze laatste maat werd over het algemeen
in de dijkbouw gerekend.
13 november 1857; het te leggen zijl tussen
Bloois en Schouwenwerd voorzien van een
schoft.
5 april 1767 werd bewesten Kloostenol een
nieuwe zijl in de inlaagdijk gelegd.
8 mei 1773 werd door het bestuur van
Schouwen) weder een aanschrijven aan dijk
graven en gezworenen der vierendeelen gezon
den om toe te zien of wel overal waar nodig in
de dammen zijlen waren, en anders aangelan
den aan te schrijven hunne dammen van zijlen
te voorzien.
In Friesland en Groningen wordt het woord zijl
veel gebruikt voor een sluis. b. v. de Dokkumer
Nieuwe zijlen. Dit is volgens Beekman in Hol
land en Zeeland ook het geval. Hij vraagt zich
echter wel af, waarom in de oude stukken vaak
gesproken wordt van sluizen èn zijlen. Waren er
dan twee betekenissen, en zo ja, welke? Voor
Schouwen kan deze vraag gemakkelijk be
antwoord worden. Uit de notulen is nl. op te
maken, dat zijl hier gebruikt wordt in de beteke
nis van een buis voor waterdoorvoer onder de
dam door. dus van een duiker. In deze zijl kan
al of niet een schoft zijn aangebracht, zoals ook
een sluis een schoft kan hebben (zie eerder). Het
WZD geeft ook voor ziel bovengenoemde bete
kenis. Een zijl kan dus niet afgesloten worden
(tenzij er een schoft is aangebracht), een sluis en
een sas wel altijd.
Op Schouwen is het algemeen gebruikte woord
voor afwateringssluis het woord sluis. Reeds in
1200 wordt in de Rijmkroniek van Melis Stoke
528