De restauratie van de H. Willibrorduskerk te Zierikzee
gebouwd door
pastoor j.de man s.j.
als schuurkerk
in 1768
Inleiding.
Sinds enige jaren wordt de H. Willibrorduskerk
te Zierikzee gerestaureerd. De eerste plannen
hiervoor ontstonden reeds in 1985 en naar
verwachting wordt het gebouw tegen Kerstmis
a.s. weer in dienst genomen. Het ligt in de be
doeling in dit artikel wat nader in te gaan op de
restauratie van dit voor het zuiden van Neder
land toch wel unieke gebouw.
Kort historisch overzicht.
Allereerst iets over de geschiedenis van het ge
bouw.
Het kerkgebouw is mei 1768 ingewijd. Het ge
bouw had op grond van de verleende bouwver
gunning het uiterlijk van een boerenschuur.
De dakbedekking bestond uit twee daken in de
langsrichting. De daken liepen geheel door tot
aan de voorgevel. In de voorgevel waren twee
ingangen met nog wat kleine ramen. Aan de
Paardenstraat-zijde waren geen ramen, aan de
Mosselstraat waren in twee lagen ramen aange
bracht. Eén laag voor de bovenkerk en één voor
de onderkerk.
In 1842 is de voorgevel verbouwd in de vorm
zoals men die nu nog kent en zijn de twee daken
verenigd tot één mansardedak, waarvan de
buitenzijden in langsrichting nog een deel van
de oude daken zijn. Op de zolder is nog steeds
een deel van de oude middengoot van de twee
delen te zien. De luidtoren is in 1931 erop gezet.
In 1904 is de aanbouw voltooid van het pa
rochiecentrum en in 1937 is de huidige vorm en
inrichting van het kerkgebouw ontstaan door het
verwijderen van de bovenkerk en het uitbreiden
van het priesterkoor.
Later hebben nog wekzaamheden plaatsgevon
den i. v. m. de gevolgen van oorlogschade,
waterschade en in 1970 vonden vóór deze res
tauratie de laatste grote werkzaamheden plaats
o. a. werd het gehele interieur geschilderd.
Een boekje met een historische beschrijving van
de H. Willibrorduskerk zal in januari 1995
verschijnen.
Aanleiding tot de restauratie.
Het zout van de overstroming van de storm
vloed had zich in de muren genesteld en deed de
ijzeren electriciteitsbuizen roesten, die op hun
beurt het pleisterwerk wegdrukten. Door de
werking van het zout werd bovendien de geen
zoutoplossing doorlatende pleisterlaag ook door
de hoge vloeistofdruk van de wand gedrukt.
Het vocht, dat zich boven de zoutlaag in de
muren verzamelde door de slechte toestand van
de goten en dak, kon bovendien niet goed weg
door de laatst aangebrachte, geen vocht door
latende verflaag, met als gevolg, dat deze even
eens door de druk van het vocht werd wegge
drukt.
Deze factoren werkten eraan mee, dat de bin
nenwanden en vooral die aan de Paardenstraat
een slecht uiterlijk kregen.
Zoals reeds gezegd, waren dak en goten lek en
zo kwam het kerkbestuur in ca. 1985 tot de con
clusie, dat er wellicht wat reparaties zouden
moeten plaatsvinden.
Overleg met het bisdom leidde ertoe, dat het
bouwbureau van het bisdom een kostenbegro-
ting opstelde, waaruit bleek, dat het toch wel
een 250.000,- zou gaan kosten om een en
ander weer in goede staat te krijgen voor ca.
15 jaar.
Bij het contact met de gemeente over de voor
genomen restauratie bleek echter, dat het ge
bouw als monument te boek stond, waardoor de
ideeën over de restauratie een geheel andere di
mensie kregen en hiermede ook de kosten.
Bij de eerste onderzoeken bleek, dat de muren
behoorlijk doorweekt waren, de goten aan alle
zijden lek en dat heel wat pannen beschadigd
522