gens beginnen. We werkten en we bouwden.
We hadden geen tijd om te plannen en te pra
ten. Er waren toen echt geen inspraakrondes.
"Piet Boot bleef tot 1973 in wisselende leiding
gevende functies bij de Centrale Dienst. Door
tussentijdse herindelingen van gemeenten ver
anderde het karakter van die dienst. Aan het
eind van zijn loopbaan van 1973 tot 1978 werd
hij directeur gemeentewerken Tholen. Toen hij
met pensioen ging, kreeg hij dus die belangrijke
onderscheiding: Ridder in de Orde van Oranje
Nassau. „Naast mijn werk wilde ik altijd iets
anders erbij. Ik was bestuurslid Veilig Verkeer,
kerkvoogd van de Vrijzinnig Hervormde Kerk,
voorzitter van de Nederlandse Protestanten
Bond. In die functie ben ik adviseur bij de
bouw en renovatie van een vakantiehuis, her
stellingsoord en bejaardenhuis huis van die
bond geweest. Was betrokken bij Huis en Heem
Tholen. Bond Heemschut. Boerderijen
Stichting Zeeland. Stichting Oude Zeeuwse
Kerken, Streek- en Landbouwmuseum
Goemanszorg Dreischor, voorzitter van de be
wonerscommissie "Vrijburg" in Zierikzee, waar
mijn vrouw en ik sinds 1987 wonen. Dan na
tuurlijk adviseur planologische commissie van
Stad en Lande."
Gevraagd naar zijn drijfveer om steeds opnieuw
de schoonheid van Schouwen-Duiveland te wil
len verdedigen? Boot: „De schoonheid van het
eiland wordt bedreigd. Ik zie het eiland verpau
peren. Ruimte en schoonheid is altijd de aan
trekkingskracht geweest. Ik ben niet tegen ont
wikkelingen, maar ze moeten passen in de
omgeving. De kip met de gouden eieren wordt
geslacht. Gelukkig krijgt de Provinciale
Overheid daar nu ook oog voor. Ik ben echt niet
zo'n milieuridder en als je iets afkeurt moetje
een alternatief aandragen. Ik kan goed zaken en
personen scheiden. Degene die 's middags mijn
grootste tegenstander is, daar kan ik heel ge
makkelijk 's avonds een borreltje mee drin
ken".
Zierikzee, „De Vrijburg" april 1995 B.R-deR
Spiiisluis haven Zonnemaire.
556