Zierikzee en Lieven Corneliszoon Boom. De opvolger van Pieter Pietersz. heette Gillis Cornelisz. Ene Jan Wouters was rector tot 1522, in dat jaar werd als zijn opvolger geïnstalleerd Odulphus Jansz. van Goes. In 1546 stierf rector Corneliszoon Doede. Van deze priester is ook wat meer bekend, we konten namelijk zijn naam tegen als priester van het Gasthuis in Haamstede ("in capella pau- perum" staat er achter zijn naam in het boek dat P. Grijpink schreef over de priesters op Schouwen van voor de reformatie). In 1540 bleek hij een functie te hebben in de kerk van Renesse en in 1546 wordt zijn naam vermeld bij ons klooster en de kerk van Brouwershaven, waar hij het altaar van Sint Maarten bediende. In het Driekoningenklooster wordt hij dan op gevolgd door Lieven Cornelisz. Wisse, terwijl in 1549 rector was mr. Lieven Herrent Jansse, die we in het volgende artikel nog zullen ont moeten. De laatste officiële rector die bekend is, heet Jan Pieterszoon. In de ene akte die van het Driekoningenklooster in het streekarchief be waard wordt, komt zijn naam voor. Dit stuk. ge dateerd op 18 maart 1560, zal niet verwijderd zijn. dunkt me. om het bijzonder fraaie zegel, dat er aan hangt. Jan Pieterszoon, die in de akte prior wordt genoemd, tekent namens het con vent de akte, waarbij een weesmeisje, Jacomina Keuje, als proveniste of kostgangster in het klooster wordt opgenomen. Veel later, als de zusters al lang haar eens zo veilige klooster hebben moeten verlaten, zullen ze zich nogmaals onder de hoede van een pries ter stellen: Wouter Jacobszoon Maes. de ge vluchte rector van het Augustijner klooster Stein bij Gouda. Later zal ik op deze Wouter Jacobszoon nog terug komen. Paul R. M. van der Sneppen. "Middelen dienende tot bewaringe van de gesontheyt...." Van eyeren Na ellick ey soo drinck een reys. Dat maeckt een goet en bondigh vleys." Van nielck "Want dit gesegent vocht, vermenght met witte broot. Dat maeckt na d'oude spreuck oock kleyne kinders groot." Lucht... Het ongrijpbare wezenlijke van de natuur Stikstof en zuurstof Verstillend, opjagend IJl en beklemmend Een spiegel van leven en dood Lucht... De meest pure schoonheid Nabij en verheven Vluchtig, intens Niets en alles omvattend Een oase van rust in beweging Erna Jurg "Wanneer het water stille staet, Wanneer de mensche ledigh gaet. Wanneer het yser rusten moet, Niet een van drie en blijfter goet." Jacob Cats 567

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1995 | | pagina 21