was't evenals de bijbels met haken en gespen gesloten. In dit boek was sinds onheugelijke tijden opge schreven al wat voor Schouwen van belang was. privileges, ordonnanties, octrooien, inla gen, vallen en zoo voorts. In 1767 was dit boek zoo oud en onleesbaar ge worden, dat Regenten besloten het te doen overschrijven en in betere orde te laten brengen en aan te vullen, welk werk werd opgedragen aan den pensionaris van Zierikzee De Reuver, wien 3 heemraden en de secretaris zouden hel pen". De eerste bepalingen omtrent dijken en duinen betreffende Schouwen worden vermeldt in een charter van 26 februari 1290/91. In latere tijden blijkt, dat er benoemingen plaats vonden van dijkgraven, opperdijkgraven en gezworenen. Het eerste polderbestuur werd gevormd krach tens een charter van 1 maart 1425 uitgevaardigd door Philips van Bourgondië. Hierbij werd aan Zierikzee toegestaan, „telkens als zij het oor baar zullen achten, zeven heemraden aan te stellen om de zeedijk en de nieuwe inlagen in het land van Schouwen te bedriven". Schouwen bezat grote stromen, die erdoorheen liepen lang voordat er van bewoning sprake kon zijn. Midden in Schouwen lagen verder veel moeras- landen, schorren en gorzen. Het kan beslist niet anders geweest zijn. dan dat al die uitgestrekte plassen de rijkdom van die vroegere bewoners hebben tegengehouden. Het krioelde er wel van watervogels en vis, zodoende ontstond er han del in eieren en in vis. P. D. de Vos schrijft in een van zijn vele boek werken. brochures en artikels, dat vermoedelijk in de eerste helft van de 17e eeuw het stadhuis voor het verkrijgen van meer vergaderruimte uitgebreid moest worden. Aan de oostzijde en aan de achterkant werd een kamer aangebouwd voor de vergaderingen van het bestuur van Schouwen. Deze aanbouw was maar één ver dieping hoog en verkreeg de naarm's Lands- kamer. Dit lokaal was gelegen ter plaatse waar zich nu de eerste lokaliteit van de afd. burgerza ken (onder de burgemeesterskamer) bevindt. Op deze ruimte werd in 1661 de burgemeesters kamer gebouwd. In de Tegenwoordige Staat van Zeeland wordt het als volgt omschreven: Havenpark 36, vroeger ook wel genaamd vanwege de bekroning: Het Huis met de beelden. Door nieuw bouw vervangen. Foto uit het Streekarchief Schouwen-Duiveland) „het stadhuis inkomende heeft men rechts de vierschaar van 's Landsrecht en daarachter 's Landskamer, daar Burgemeester en Heemraden van Schouwen hunne vergaderin gen houden". Omstreeks 1773 werd de tendens waargeno men, dat het bestuur van Schouwen „hoe langer hoe meer vergaderde op de buitenplaatsen van een hunner, in plaats van op 's Landskamer". Als buitenplaatsen zullen waarschijnlijk het meest in aanmerking gekomen zijn. die welke in Schuddebeurs waren gelegen, zoals: „Mon Plaisir" van Mr. Dr. Bonifacius Mogge Pous, heemraad van Schouwen 1766 - 1768; „Weelzicht" van Mr. Johan Boeije. heemraad van Schouwen 1747, Opperdijkgraaf 1751 - 1773; „Zorgvliet" van Hendrik Mulock Houwer, heemraad van Schouwen 1794 - 1796. Het is toch begrijpelijk, dat een welvoorziene provisiekast en een goed gevulde wijnkelder de noodzakelijke vergaderingen als „nuttig en aan genaam" zouden bestempelen. In 1797 ontstond er tussen de Raad van Zierikzee en de directie van Schouwen enige 577

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1995 | | pagina 13