tig stuk werk". De havenmond is met twee
zware paalhoofden beheid. die, sedert in 1732
ontdekt werd dat „een knagend „Zeegewormte"
in groote menigte aanwezig was", grote som
men gelds jaarlijks voor onderhoud vereisten.
Na de voltooiing van de waterkerende werken
werd op de punt van het Westhavenhoofd van
stadswege een huis met een lantaarn boven op
het dak gebouwd. Dit zou in 1602 gereedgeko
men zijn, doch Boxhom geeft in zijn Kronyk
aan het jaar 1605. Bij donkere nachten werd op
stadskosten van oktober tot eind maart een licht
gebrand.
Het eerder vermelde boekwerk „Anne met de
gesp" geelt dan bijzonderheden over de plaats
van het Kwistegeld of Quistegeld. Dit is het
„zeewerk op het stadsterrein voor het Huis,
staande aan het Westhavenhoofd, daar de stad
geen materialen en deskundige werklieden had;
zullende Zierikzee de te maken kosten gaarne
terug betalen", aldus een vermelding omstreeks
1800. Er zal gezocht zijn naar een regeling tus
sen beide instanties, welke tot stand kwam bij
besluit van Koning Lodewijk Napoleon van
26 sept. 1806, no.35. Er werd daarbij vastege-
steld, dat de gemeente Zierikzee 1/3 deel dei-
kosten van onderhoud enz. der beide haven
hoofden zou dragen. De overige kosten (2/3
deel) komen voor rekening van het Waterschap.
Deze financiële relatie heeft stand gehouden tot
1987 toen beide havenhoofden aan het
Watershap Schouwen en Duiveland werd over
gedragen voor ƒ1.099.760.-
Tot slot een aanhaling uit hel informatieboekje
over hel Waterschap Schouwen-Duiveland, uit
gegeven ter gelegenheid van de jaarvergadering
van de Zeeuwse Waterschapsbond op 27 nov.
1987, waarbij het Waterschap Schouwen-
Duiveland als gastheer optrad. „Wellicht wor
den waterschapslasten betaald zonder iets over
het waarom te beseffen. Maar...zonder
Waterschap geen Schouwen-Duiveland".
Zierikzee, augustus 1995.
H. E. S. Sinck
Glas in loodraam met wapen van het Waterschap
Schouwen. (Foto: Waterschap Schouwen-Duiveland)
De lucht verzacht
Ontspant en wacht
Een vuur dat brandt
Van hoog, in 't land
Warm rood bestraalt
Een boom die kaalt
Namiddag-maal
In klare taal
Een laatste groet
Van zonnegloed
Dan moet ze gaan
Om weder óp
Te kunnen staan
De lucht trekt dicht
Ontdaan van licht
Uit: Als meeuwen krijsend boven zee...
door Erna Jurg
581