Na de hoofdakte kwam hij voor de klas bij de
Werkplaats Kindergemeenschap van Kees
Boeke in Hilversum. De school die vooral be
kendheid kreeg omdat de prinsessen van Oranje
er school gingen en om de revolutionaire denk
beelden van Kees Boeke. Het was een school
van neutraal-bijzondere richting met wortels in
de Quakerbewegingen en op een pacifistische
grondslag. Kees Boeke was zeer geporteerd
voor expressievakken en ging uit van het gege
ven van de sociocratie, een beheersvorm waarin
alle medewerkenden gelijkwaardig meebeslis
sen en daarbij dan van de redelijkheid overtuigd
waren. „Van alle kanten uit het Gooi werden de
leerlingen naar onze school gebracht, bussen
vol. Zelf heb ik dat altijd een tikkeltje overdre
ven gevonden," aldus Beekman, „omdat de
school veel te groot werd kwam er ook wat
sleet op de beginselen. De beeldvorming naar
buiten was doorslaggevender."
Aan de VU in Amsterdam volgde Frans
Beekman een applicatiecursus aardrijkskunde.
In 1970 werd hij in Zierikzee benoemd om op
de MAVO les te geven in aardrijkskunde, bio
logie en natuurkunde. Nog in het gebouw aan
de Callandweg. Frans was inmiddels getrouwd
met Ank Otte, ze kenden elkaar uit de N. J. N.
Er kwamen drie zonen, Volkert, Martijn en
Jappe. Toen kwam de stroom aan Deltawerkers
binnen en de school barstte uit zijn voegen, bo
vendien was de trend om naar Goes school te
gaan toen nog niet ingezet. „Ik vind het een
zorgelijke ontwikkeling, die trek naar Goes",
meent Beekman, „er verdwijnen al zo veel
voorzieningen op het eiland, de inwoners moe
ten dat ook nog niet eens zelf in de hand gaan
werken. Vroeger ging iedereen hier eendrachtig
naar de Rijks-HBS en dat vormde helemaal
geen probleem."
Door de mamoetwet ontstond de mavo, havo en
het v.w.o. en daardoor de scholengemeenschap
aan het Hatfieldpark. De geschiedenis van het
landschap bleef de belangstelling van Frans
Beekman houden. Hij behaalde aan de
Katholieke Leergangen in Tilburg zijn tweede
en eerste graads bevoegdheid aardrijkskunde.
In die tijd maakte hij een aantal buitenlandse
excursies in verband met zijn studie. Met als
doel kennis te vergaren over de verstedelijkte
geografie (Amerika), de ontwikkelingsgeogra-
fie (Marokko) en stadsgeografie in Berlijn,
waar toen de verhouding oost/west nog een
grote rol speelde. „Na die studie had ik de be
voegdheid om in de bovenbouw les te geven,
maar dat doe ik niet. Ik blijf een echte school
meester en vind het ook leuk om aan de jong-
sten les te geven."
Inmiddels was hij lid geworden van het bestuur
van de Vogelwacht Schouwen-Duiveland.
„Je treft in zo'n vereniging mensen aan met de
zelfde belanstelling." In die tijd begon hij met
publiceren. Met een vijftal andere auteurs gaf
hij het boek „Vogels van Schouwen-Duive
land" uit. Dit behelst een landschappelijke be
schrijving. van hoe het Schouwse land er voor
vogels uitziet. Frans Beekman was met de
Vogelwacht actief in het beschermen van land
schappelijk schoon. De groep vocht de
Dammenweg aan. die dwars door de
Schelphoek geprojecteerd was en met succes.
„Zo iets zou nu geen discussie meer zijn." aldus
Beekman, „de natuurbescherming is in de laat
ste jaren enorm opgewaardeerd. Voor de klas
heb ik natuurlijk alle kanten van de zaken moe
ten belichten. Het vóór en het tégen van plano
logische beslissingen, de leerlingen moeten
leren aandacht te schenken aan alle aspecten."
Het werk voor Stad en Lande begon in 1980.
583