De bezittingen van het Driekoningenklooster
Bij een vorig artikel plaatste ik een afbeelding
van het Driekoningenklooster. Het is een voor
stelling van het klooster, getekend door de teke
naar Theodorus Verrijck en veilig bewaard in
het Rijksarchief in Middelburg. Zoals bekend,
is praktisch alle werk van Verrijck nagetekend
van bestaande tekeningen. Het zou me niet ver
bazen, dat de tekening van het Driekoningen-
klooster die hangt in de pastorie van de
R.K.Parochie in Zierikzee de originele tekening
is.
Er zijn aanwijzingen dat de indeling van het ge
bouw er anders uitzag, dan Verrijck ons wil
doen geloven.
Na 1572, als de zusters uit het klooster gevlucht
zijn, worden delen van het voormalig convent
veipacht of verkocht.
We vonden daarover: Op 4 juni 1573 een oude
rosmolen met een groot ledig erf verkocht en
een geramponneerde (verwoeste) schuur ver
kocht. Was dit dezelfde schuur die tijdens het
beleg van Zierikzee door Mondragon in 1575-
1576 op last van de regering van Zierikzee
werd afgebroken om voor de soldaten in de stad
brandhout te hebben?
In ieder geval staat in 1573 ons klooster nog
overeind. Pas in 1576 besluit het stadsbestuur
het af te breken om met de zo verkregen puin-
stukken de gaten in de dijken te dichten, die
ontstaan waren door de inundatie van de stad.
het aloude middel om vijanden de inname van
de stad te beletten. Bij de sloopwerkzaamheden
is een metselaar getroffen door een omvallende
muur. Hij heeft toen een toelage van de ge
meente gekregen.
Abraham Daniëlszoon, de rentmeester in onze
streken, vemeldt in zijn afrekening over de
jaren 1578 en 1579 dat hij materialen verkocht
heeft van twee vervallen huizen binnen het be
grijp van het convent der Drij Coninghen.
Als ik deze gegevens vergelijk met de tekening
van Verrijck. bekruipen me toch wel twijfels
over de betrouwbaarheid van de schets.
Er is nog een oude voorstelling, waarop het
klooster voorkomt, namelijk op de stadsplatte
grond die Jacob van Deventer maakte in op
dracht van Karei V.
Ook daaraan hebben we echter niet veel. Van
Deventer tekende bijna alle kloosters op dezelf
de wijze: een gebouw met op het midden van
het dak een torentje, zo ook ons
klooster.„Trium Regurri" schreef hij erboven,
de Latijnse naam voor Drie Koningen.
Uit de plattegrond kunnen we wel afleiden, op
welke plaats het klooster gestaan moet hebben.
We ontdekken op de kaart ook nog twee, nu
verdwenen, wegen in de buurt van het klooster.
Van het midden van de Korte Nobelstraat liep
een weg richting Driekoningenklooster en even
wijdig aan dezelfde Korte Nobelstraat liep een
weg die halverwege de huidige Sint
Antoniusdam begon. Een van die wegen heette
Driekoningenstraat. Zo wordt in een korte sche
penbrief van 4 juni 1534 vermeld een „huys in
de Cortte Nobelstrate op de hoeck van de Drie
Coningenstrate".
Het klooster bezat op vele plaatsen stukken
grond, ondanks alle beperkende bepalingen
over „de dode hand", die door de overheid wer
den uitgevaardigd om dergelijk bezit in te dam
men. Het kwam in de 15e eeuw vrij vaak voor,
dat bij testament land werd nagelaten aan kloos
ters en bovendien brachten de meisjes die intra
den in het klooster een „bruidsschat" mee.
In het testament van de Zierikzeese apotheker
Rombout Cools van Eeghen. die woonde in de
Gulden Mortier op de Mol. nu Intertoys, lezen
we bij zijn dochter Clara die was ingetreden in
het Driekoningenklooster voor haar naam een 0
staan, wat betekende dat zij voor wat de erfenis
betrof, niet meer meetelde. Zij had immers haar
„kindsdeel" al gehad toen ze intrad.
Na de inname van de stad door de Watergeuzen
in 1572 zijn alle kloosterbezittingen verklaard
tot z.g. geestelijke goederen en later succesieve-
lijk verkocht. Uit de opbrengst werden onder
meer de predikanten en schoolmeesters betaald.
Later kregen ook verdreven religieuzen een ali
mentatie daaruit.
In de notulen van de provincie van 9 april 1579
wordt een opsomming gegeven van alle stukken
land die het Driekoningenklooster bezat op
588