oppidum. ofschoon de bewailing dateert uit 1589 en volgende jaren onder Prins Maurits. Maar wat betekent mattica Tacito! Tacitus was een Romeins historicus die de kei zertijd beschreef en de in Germanië en elders gevoerde oorlogen, speciaal de gevaarlijke op stand onder de Bataafse aanvoerder Iulius Civilis. Tacito voor of volgens Tacitus. Wij lezen bij Tacitus dat de Mattiaci, een Germaanse volksstam in het tegenwoordige Nassau, samen met Chatti en Usipi of Usipetes in opstand kwamen tegen de Romeinen, maar door hen werden verslagen. Hun hoofdstad heette Mattium (thans Maclen). tot hun gebied behoorde ook AQUAE MATTIACAE, de warme bronnen van Wiesbaden (die Wiese weide; Aquae baden). De naam van het Duitse Maden komt overeen met de Brabantse plaatsnaam Madeen in samenstellingen Hoog made en Alk emade en in de Zeeuwse soortnaam meet. dus natte weide. Vergeten we niet het Engelse meadow en het dichterlijke mead beemd). Het Latijnse madidus voch tig, nat en madeo nat zijn (of dronken!) beho ren tot de zelfde indogermaanse woordstam. In dit gebied der natte weiden tussen het Taurusgebergte en de benedenloop van Main en Lahn ligt behalve de plaats Nassau ook de Dillenburg, geboorteplaats en toevluchtsoord van Willem van Oranje. De naam Nassau be staat uit de delen nasz en Aue. Die Aue is een synoniem van made vooral aan een rivieroever. Het komt voor in Duitse plaatsnamen: Ilmenau, Birkenau, Niederau. maar ook in Nederlandse: Ooipolder (aan de Waal bij Nijmegen), Ammersooien (de ooien aan de Amer), Lithooien, Wadenooien en duidelijk in Rijnauvven, Landouw (de Landauer geheten naar de Duitse plaats Landau). Onzeker is de etymologie van ooievaar: die over de ooien gaat Zoals de Hollanders zich in hun vrijheidsstrijd tegen Spanje vereenzelvigden met de Bataven in hun opstand tegen Rome, zo matigden de Zeeuwen zich een afstamming aan van een an dere opstandige Germaanse stam, ten onrechte, want nergens vermeldt Tacitus dat de Mattiaci emigreerden naar de delta, hetgeen hij van de Bataven wel nadrukkelijk schrijft. Gevoel van eigenwaarde of gewestelijk zelfbewustzijn of omdat zij ook in natte weiden woonden (vroe ger!) verleidde tot pronken met de deftige voor niet-ingewijden onbegrijpelijke naam Mattiaci. Op de tapijten in de Middelburgse Abdij komt die naam twee keer voor en ook Hoffer ge bruikte het in een weinig geslaagd gedichtje over Brouwershaven. BROVERSAVIA Mattiaca Tacito luidt in vertaling „Het volgens Tacitus Nassause (Zeeuwse) Brouwershaven", derhalve moet de kaart gedateerd worden na de Spaanse bezetting, circa 1580. Mag ik tot slot even buiten mijn weide sprin gen'? Het wordt een uitweiding (uitwijding be staat niet, inwijding wel) over de naam Oranje, die op het prinselijk wandtapijt in de Abdij wordt gelatiniseerd tot Auraicus (elders ook Auriacus). Aurum is goud, in he Frans or, zoals zo vaak: Augustus wordt oogst, pauze wordt poos enz. Hoezeer de associatie van Oranje en goud toen leefde, bewijst een dichtregel van Wertels uit 1586 (De rebus gestis Gulielmi co- rnitis Nassovii): Aurea turn pulsis revocabit secla tyrannis Oranje die dan de gouden eeuw zal terugroepen na het verdijven van de tyran- nen. Die gouden eeuw kwam wel. maar een halve eeuw later en duurde bovendien geen eeuw! Dr. C. van der Graaf, Brouwershaven Cartografische bronnen: R.A. Skelton, Braun - Hogenberg, Civitates Orbis Terrarum, 1572 - 1618. Facsimile, intro duction. Amsterdam, 1965. C. Koeman - J. C. Visser, Facsimile-uitgaaf Stadsplattegronden van Jacob van Deventer, ROB AS. Weesp, 1995. map 7 bevat 16 platte gronden van Zeeland.

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1996 | | pagina 20