tekens van aanhechtingen van muren en stenen
gewelven toont, stond niet recht voor de kerk
maar op een westelijke hoek. Helaas zal de
merkwaardige bouwgeschiedenis van deze kerk
zich nooit meer geheel laten ontcijferen, omdat
de bedijkingen er teveel van verloren hebben
doen gaan.
Stenen gewelven zijn in zuidwestelijk
Nederland zeldzaam. Meestal werd een kap ge
bouwd, waarin een houten gewelf werd opgeno
men. Dat had het voordeel dat het gewicht op
de fundering niet zo groot was en dus in de re
latief weinig draagkrachtige bodem een muui-
gefundeerd kon worden die daar geen grote
druk op uitoefende. Bovendien kon men met
die houten gewelven de ruimte ver boven de
bovenkant van de muren doen uitrijzen, iets wat
met stenen gewelven niet mogelijk was. Op de
plaatsen waar de kap met het gewelf tegen een
topgevel aanliep, kon een venster worden ge
maakt. dat tot aan de bovenkant van het gewelf
doorliep en dus enkele meters boven de hoogte
van de goten uitstijgt. Voorbeelden daarvan kan
men onder meer zien aan de kerk van
Brouwershaven. Die heeft rond het koor overi
gens wel stenen gewelven.
Pseudobasiliek
De grote laatgotische kerk van Haamstede had
een eenbeukig koor, een eenbeukig dwarsschip
en een schip dat bestaat uit een brede hoge rnid-
denbeuk en een lagere zijbeuk aan zuid- en
noordzijde. Omdat de middenbeuk niet zo hoog
is, dat de muren ervan boven de daken van de
zijbeuken uitkomen en daar vensters in gemaakt
kunnen worden, spreekt men van een pseudoba
siliek. Als men de kerk goed bekijkt, blijkt dat
de top (soms dichtgemetselde) spitsboogven
sters in de westgevel van de middenbeuk en de
beide gevels van hel dwarsschip maar tot onge
veer de hoogte van de goten reiken. Dat is een
kenmerk van een overwelving met stenen ge
welven. Toch heeft de kerk die in de huidige
vorm niet. De zijbeuken hebben zware steunbe
ren. Die zijn groter van omvang dan bij een
houten gewelf nodig zou zijn. Zij kunnen de
druk van stenen gewelven weerstaan. Hieruit
valt dus te concluderen, dat ook in de zijbeuken
van deze kerk stenen gewelven bedoeld zijn.
Verder valt het op. dat zowel in Brouwershaven
als in Haamstede geen toren aan de westkant
van de kerk is gebouwd.
Het ziet ernaar uit, dat voor deze kerk een voor
beeld is genomen, dat niet in Zeeland te vinden
is maar in Vlaanderen gezocht moet worden.
Bovendien is het gebouw groter dan men zou
kunnen verwachten van de parochiekerk van
een eenvoudig dorp. Dat is niet verwonderlijk
als men bedenkt dat het slot Haamstede om
streeks 1470 in het bezit kwam van de machtige
Lodewijk van Gruuthuse uit Brugge, in 1463
stadhouder van Zeeland. Holland en
Westfriesland. In 1474 werd hij baanderheer
van Haamstede. Het was de gewoonte dat een
dergelijk groot heer de kerk die op zijn gebied
lag, financieel ruimhartig ondersteunde. Het
kan dus zijn, dat het muurwerk van de huidige
kerk in het laatste kwart van de vijftiende eeuw
tot stand kwam. Lodewijk van Gruuthuse is
Slot Haamstede
604