Cornelia Yeman Wittelledochter
ten, kunnen wij beschikken over een grote varia
tie van Schouwse vrouwendrachten.
De Schouwse mannendracht echter, ontbreekt en
dat stoort ons. We willen aktie ondernemen om
ook deze dracht te kunnen presenteren. Hebt u
informatie daarover, dan hoor ik dat graag van u.
Zonder mannendracht is onze presentatie niet
compleet. En we willen graag een zo volledig
mogelijk beeld geven van de drachten, zoals die
vroeger op ons eiland werden gedragen.
S. Mol-Kleinepier.
(deel 1 uit een serie verhalen over de lotge
vallen van de zusters uit het Driekoningen
klooster na het verjagen uit haar klooster)
1572
In het zelfde jaar waarin Alva op 1 april "zijn
bril" verloor, raakte hij ook Zierikzee kwijt.
Vlissingen en Veere waren Zierikzee al voor
gegaan en Alva hield in Sas van Gent acht
vendels Waalse troepen in gereedheid om
Zeeland binnen te vallen en de opstandige
steden te heroveren.
Dat de inval van de watergeuzen en de gevol
gen daarvan al een tijd voor onrust binnen onze
streken zorgden, lezen we in het dagboek van
de Antwerpenaar Godevaert van Haecht, die op
12 april 1572 in zijn dagboek schrijft: "Vuel
volcx, sonderlingen (vooral) de vrouwen namen
de vlucht uyt Zeelant en vele uyt Ziriczee om
den crijgh te ontvlieden, 't was seer deerlyck
om sien."
In de nacht van 7 op 8 augustus kwam een vloot
onder leiding van Jacob Simonszoon de Rijck
naar Zierikzee gevaren. De Walen die hier als
bezetting waren gelegerd, deden enige uitvallen
die geen succes hadden.
Toen ook een deel van de bevolking, vooral
schippers, zich in de stad begon te roeren, werd
de stad overgegeven.
Hoewel een accoord was gesloten, waarin
bepaald werd, dat in de stad de z. g. Godsvrede
zou gelden, iets waarvoor Willem van Oranje
zich sterk maakte, heeft de geestelijkheid toch de
stad moeten verlaten. De mare van de gebeurte
nissen in Brielle waar door de geuzen een negen
tal priesters gevangen was genomen en opge
hangen, zal ook hier de ronde hebben gedaan.
In een werkje van Cornells Claesz., landmeter
van Schouwen, lezen we over deze periode: "de
voorseide capitulatie werde niet lange gehouden
en alle kloosters en geestelijke werde gesacca-
geerd (geplunderd) ende gedestrueert
(verwoest), want veel geestelijke vermoord
ende eensdeels gevangen werde."
Van moorden op ons eiland is maar één enkel
geval bekend: de prior van de Bernadieten,
Polderman geheten, weigerde zijn klooster te
verlaten en is toen ter dood gebracht.
Ook in ons klooster is in die dagen duidelijk de
paniek los gebarsten. De zusters zijn als blade
ren in de wind alle kanten uitgewaaid, naar
Antwerpen, later Mechelen, naar Herenthals,
naar Bergen op Zoom, naar Amsterdam.
Twee, wat oudere conversen of "werkzusters"
zijn in de stad gebleven of spoedig daarheen
teruggekeerd: Cornelia Yeman Wittelledochter
en Commerke Matthijs Adriaensdochter.
Eerst iets over Cornelia:
Al vrij snel na haar herintreden in het burger
bestaan wendt ze zich tot de bestuurders van de
stad Zierikzee om een alimentatie te krijgen.
Ze schrijft onder meer:
"Verthoont ende geeft ootmoedelijck te kennen,
uwe onderdanige dieneresse Cernelie Yemans
dochter oudt vijftigh jaeren ofte daer ontrent,
hoe dat sy den tydt van dertigh jaeren gewoont
ende haere jonge tyt vesleten heeft binnen den
convente van Drye Coninghen binnen dese
stede totter tyt toe sy tselve convent heeft moe
ten abandonneren ende verlaten, waarna tvoor-
seide convent teenenmaele geruineert es, ende
alle goeden vercocht
Ze betoogt dan verder, dat ze te oud is om bij
"de goede luijden te dienen", dat ze geen bezit
tingen heeft en derhalve een beroep op de stad
doet om in haar alimentatie te voorzien.
Op 3 november 1574 wordt haar een bedrag
2