bedenken dat de vier genoemde raadsleden de gehele agrarische sector vertegenwoordigen. (Vóór de herindeling telde die sector nog 17 vertegenwoordigers op 70 raadsleden.) Het zijn er ook erg weinig, vergeleken met de vele tien tallen boeren die na de vorige herindelingsope ratie nog in de Schouwen-Duivelandse gemeen teraden werden gekozen; in 1962 eisten de boeren nog bijna vijftig procent van alle zetels voor zich op. Zoals u in mijn bijdrage in de Kroniek kunt lezen, moet deze gigantische terugval niet zo zeer toegeschreven worden aan de terugloop van het aantal boeren op Schouwen-Duiveland, als wel aan de teloorgang van de maatschappe lijke gidsfunctie die vanouds bij de boeren be rustte. Het einde van de boerenstand als maat schappelijke bovenlaag is in zicht gekomen. De gemeenteraadsverkiezingen van 13 novem ber jl. bevestigen de trend dat de boerenstand niet langer het recruteringsveld bij uitstek vormt als het erom gaat. kandidaten te vinden voor een raadszetel. Dat is ook elders in het land al herhaaldelijk gebleken, en het is op Schouwen-Duiveland ook al gebleken bij het aantrekken van nieuwe leden voor kerk- en schoolbesturen en in de leiding van het plaatse lijk verenigingsleven. Ook op Schouwen- Duiveland is er een eind gekomen aan een zeer langdurige periode waarin de boeren het op al lerlei terreinen van het maatschappelijk leven min of meer voor het zeggen hadden. Van het machtige 'boerenbolwerk' van voorheen is bijna niets meer over. De rol van de boeren is in snel tempo overgeno men door een categorie niet-agrariërs, die aan vankelijk sterk gemêleerd was. Men trof er win keliers in aan naast handarbeiders, middenstanders en andere zelfstandige onderne mers naast employees, ambtenaren naast verte genwoordigers van vrije beroepen enz. Recentelijk is er sprake van een duidelijke op mars van vertegenwoordigers uit het onderwijs, de zorgsector en de administratieve beroepen. Van elke drie gekozen leden van de nieuwe raad is er nu al één afkomstig uit het onderwijs, de gesubsidieerde instellingen en de administra tieve sector. Zij lijken de nieuwe bestuurlijke bovenlaag te vertegenwoordigen die de plaats inneemt die vanouds door de boeren werd be kleed. Ik wil afronden met nog twee observaties. De eerste betreft de verdeling van de nieuwgeko- zen raadsleden naar herkomstgemeente. Deze oogt heel evenwichtig. Als ik de gemeentegren zen van 1961 aanhoud, en dus uitga van de zes gemeenten die toen werden gevormd, lijkt de spreiding bijna ideaal: vier raadsleden komen uit Westenschouwen, twee uit Middenschou- wen. vier uit Brouwershaven, zes uit Zierikzee. vijf uit Duiveland en twee uit Bruinisse. Een evenwichtiger spreiding laat zich haast niet voorstellen! Het is te hopen dat de verschillende politieke partijafdelingen op het eiland nu niet al te tevreden zijn en, lekker onderuitgezakt in hun stoel, in slaap dommelen, want bij volgen de raadsverkiezingen moeten zij bij het opstel len van de kandidatenlijsten alert blijven. De er varing leert immers dat centrumplaatsen van heringedeelde gemeenten al gauw veruit de meeste raadsleden leveren en dat het sprei- dingsprincipe binnen de kortste tijd voor andere principes moet wijken. Dat is ook op Schouwen-Duiveland gebeurd na 1961Want van de inwoners van de vroegere gemeenten Duivendijke, Eikerzee, Ellemeet. Noordgouwe, Noordwelle, Oosterland. Renesse en Schudde- beurs - dat wil zeggen van zo ongeveer de helft van de gemeenten die het eiland tot 1961 nog telde - zit nu geen enkele vertegenwoordiger meer in de raad. Mijn allerlaatste opmerking betreft de omstan digheid dat aan de raadsverkiezingen van 13 november 1996 uitsluitend nationale partijen deelnamen. Ik zie daarin een aanwijzing dat "lo kaal isolationisme' nergens de kop heeft kun nen opsteken. Er is geen halt toegeroepen aan het proces van toenemende vervlechting in na tionale netwerken; de lokale politieke cultuur blijft afgestemd op de nationale. In het plaatse lijke politieke proces blijven de nationale refe rentiekaders als standaard aanvaard. Dat is. dunkt mij. een gunstige ontwikkeling. 'Isolationisten', mochten die in deze gemeente aangetroffen worden, bevinden zich op een hel- 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1997 | | pagina 15