horizon langs de Grevelingen op storende wijze
zouden onderbreken, dat de molens in een ge
bied waren geprojecteerd dat in het bestem
mingsplan Buitengebied van de Gemeente
Brouwershaven als ..landschappelijk zeer waar
devol" was aangeduid en dat de turbines zouden
worden gebouwd op een oud karreveld, een
laag gelegen stuk natuurterrein, waarvan voor
heen de grond was gebruikt voor de ophoging
van de zeewering. Geen van deze argumenten
maakte enige indruk op het Gemeentebestuur,
dat zich, evenals de meeste andere Zeeuwse ge
meenten tegenover de Provincie had verplicht
een aantal windturbines op haar grondgebied
toe te staan en zich bij de keuze van de locatie
had laten leiden door de aanwezigheid ter plaat
se van een hoofdkabel van het elcetriciteitsnet.
Bij de door de Natuur- en Vogelwacht voortge
zette procedure bij Provincie en Raad van State
werd de Gemeente en daarmee ook de
Vereniging Zeeuwind. de exploitant van de tur
bines, in het gelijk gesteld.
2. De hoogbouw voorzien in het recreatieplan,
2e herziening, van de Gemeente Bruinisse.
Het betrof hier en zeer massaal gebouw in
hoogte trapsgewijs oplopend van 6 tot 29m.. dat
plaats bood aan 95 appartementen en dat dooi
de opdrachtgever, Aquadelta Beheer BV, van
essentieel belang werd geacht voor de upgra
ding van zijn recreatiecentrum naast de jachtha
ven van Bruinisse. Ons bezwaar richtte zich
tegen het plan het voorste gedeelte van het ge
bouw een hoogte te geven van 29 a 30 meter en
de toestemming die de Gemeente wilde geven
om de wettelijk toegestane hoogte met het dub
bele te overschrijden. Behalve onze vereniging
bleek ook nog een aantal andere a-politieke or
ganisaties waaronder de Natuur- en
Vogelwacht, het Grevelingenschap en enige
particulieren tegen dit aspect van de plannen te
zijn. Nadat de Gemeente Bruinisse alle beden
kingen had verworpen, dienden deze partijen
bezwaarschriften in bij de Gedeputeerde Staten
van de Provincie. Hoewel de Gedeputeerde
voor Ruimtelijke Ordening zich een warm
voorstander van het project had betoond, beslo
ten G. S. als geheel de geuite bezwaren alsnog
gegrond te verklaren. Hun standpunt werd voor
namelijk ingegeven door de overweging dat een
dgl. ..hoogbouw een element van vestedelijking
tot stand zou brengen dat afbreuk doet aan het
open landschap en de landelijke karakteristie
ken van de omgeving."
3. De bedreiging van de vliedberg te
Scharendijke.
Op 30 januari vond er in Scharendijke een ver
gadering plaats van de Commissie van
Algemene en Bestuurlijke Zaken van de
Gemeente Middenschouwen. Daarin stond het
aan het publiek vrij zijn mening te geven over
de structuurschets Scharendijke, die nog dooi
de Gemeenteraad zou moeten worden behan
deld. Onze vereniging heeft er bij deze gelegen
heid voor gepleit de nieuwe doorgaande weg
die de Kloosterweg moet verbinden met het
verkeersknooppunt nabij de Brouwersdam zo
aan te leggen dat geen schade wordt aange
bracht aan één der twee enige historische vlied
bergen die Schouwen-Duiveland nog rijk is, en
wel de vliedberg gelegen tussen de
Elekerzeeseweg en de boerderij „De
Boterhoek". Wij hebben ons daarom uitgespro
ken tegen het door de Gemeente voorgestelde
tracé dat deze vliedberg rakelings zou paaseren
en het waardevolle weidelandschap daarom
heen voorgoed weg zou vagen. Voorgesteld is
de nieuwe verkeersweg noordelijk om de vlied
berg heen te leiden.
4. De aanleg van een nieuw bedrijventerrein te
Renesse.
Begin '96 legde de Gemeente Westerschouwen
het ontwerp bestemmingsplan Bedrijventerrein
Renesse ter visie. Zij hadden besloten dit op één
der meest in het oog springende plaatsen in de
omgeving van de dorpskern te projecteren, na
melijk op de kruising van Stoofweg en
Helleweg/Lagezoom en wel zodanig dat het
Slot Moerinond vanaf de Stoofweg en de kerk
toren van Renesse vanaf de Helleweg, door
grote loodsen, lichtreclames, reclamevlaggen en
hoge veiligheidsveiiichting grotendeels aan het
oog zouden worden onttrokken. Het te bouwen
terrein had een agrarische bestemming en was
gedeeltelijk in gebruik voor volkstuinen. Van
meet af aan kondigde Stad en Lande bezwaar
tegen dit bestemminsplan aan dat naar onze me
ning onverantwoordelijk omging met het fraaie
15