Het boek Ringwalburgen, overtuigd van onaan
tastbaar gelijk, oordeelt dat de criticus "een
doodlopende weg" bewandelt. De tijd zal het
leren.
Bibliografie: behalve de in de eerste alinea geci
teerde geschriften:
Verleden land,
doorj. H. R. Bloemers, L. P. Louwe Kooymans,
H. Sarfatij, Amsterdam 1981, waaraan de
afbeeldingen zijn ontleend.
Archeologisch reisboek voor Nederland,
door drs. R. J. H. Klok, Haarlem 1977.
C. v. d. Graaf, Een vikingvlootstation op beide
Scheldeoevers, een antwoord, Nehalennia 107,
1996, p. 8-10.
R. J. Swiers, Het verkeerde antwoord,
de archeologie op waarde geschat,
Nehalennia 110, 1996, p. 15-17.
Dr. C. van der Graaf.
Brouwershaven
VERTREK
Zij roeiden ijlings
over de Limefjord.
AANKOMST
Zij roeiden geweldig,
rukten het boord uiteen,
trokken hard aan de riemen,
de banden barstten,
de dollen braken,
niet gemeerd werd het schip
toen de mannen landden.
EDDA, lied 25, strofe 4 en 36.
De Limefjord ligt in Noord-Jutland.
Vertaling J. de Vries.
ALS 'T DIEP VERLOOPT, VERSET MEN DE BAKENS
Siet, waer ick heden sta, daer speelden eens
de baren,
Daer quamen alle-daegh de schepen in-gevaren,
Daer sagh men menigh hulck, die met sijn
vollen last,
Quam stuyven uytter zee, de vlaggen op
de mast:
Nu is hier enckel sant, en niet als dorre platen,
Van slibber overgroeyt, en van den vloet
verlaten;
Daer eertijts was de kolck, is maer een
enge sloot,
Men siet'er niet een schip, men siet'er niet
een boot,
Men siet'er niet een mensch; alleen de
schorre meeuwen
Die schuylen hier ontrent, om daer te sitten
schreeuwen;
Alleen een schippers gast komt, voor een
buyte-kans,
Hier boomen in der haest, en haelt een schuyte
sants.
Wat sta ick dan en kijck aen dees verlate kreken?
De bakens al-te-mael die dienen hier versteken;
Het is een schippers woort, het is een oude leer:
Al waer geen vaert en is, en hoeft geen
baken meer.
JACOB CATS
10