®gïD <ifi> ®W$> OD Od Od
dGdü^) mrn OD OD OD
een ontmoeting met
JOHN W. BEUERSBERGEN, VAN FLAAUWERS BIJ KERKWERVE.
(Foto: redactie)
Hij werd op 20 juli 1946 geboren in
's-Gravenhage en is gehuwd met Marianne van
Dijke. Het paar heeft twee kinderen.
Beijersbergen is bioloog en provinciaal beleids
medewerker. Hij deed zijn kandidaats in Utrecht
en behaalde zijn doctoraal aan de universiteit
van Groningen, met 'ecologie van de kust' als
specialiteit. De ontwikkeling van de natuur na de
afsluiting van de Grevelingen, in het bijzonder.
Hij adviseert, als ecoloog, Gedeputeerde Staten
van Zeeland bij allerlei ingrepen die in opdracht
van de provincie worden uitgevoerd met betrek
king tot landinrichting. In samenwerking met
Jeroen de Maat, geo-hydroloog, ontwikkelde hij
in opdracht van het ministerie van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij én de provincie Zeeland
de 1Gebiedsvisie voor de zuidkust van Schouwen
Het tweetal heeft in 1996 in deze visie de moge
lijkheden neergelegd om een groot stuk natuur
op Schouwen-Duiveland tussen Zierikzee en de
Schelphoek te scheppen. In dit gebied moet de
natuur weer zijn gang kunnen gaan, onder
invloed van zoute kwel, peilopzet, de seizoenen
en het klimaat. Een 'Brak/zout waterlandschap'
duizend ha aaneengesloten, met daarin inlagen,
karrevelden en brak moeras, ter versterking van
de natuurwaarde van de Oosterschelde.
"Ik heb mijn ziel gelegd in de Zuidkust van
Schouwen," vertelt Beijersbergen. "Mijn plannen
zijn vanuit de ecologie geformuleerd. Ik was
daarbij in de gelegenheid om bepaalde eisen te
stellen, die de natuur voorrang kunnen geven.
Daarbij is gedacht aan het grondwaterpeil,
waterkwaliteit, helderheid van het water en
zoutgehalte. De eisen zijn vertaald in modellen,
die het meest natuurrendement opleveren. Met
de universiteit van Utrecht is er twee jaar aan de
uitwerking van die modellen gewerkt. Daarbij
studeerden er ook nog vijf studenten af op dit
project. De ruilverkavelingscommissie zal het uit
gewerkte plan als leidraad gebruiken voor de uit
werking van het landinrichtingsproject
Schouwen-Oost."
Beijersbergen wil het karakter van het Schouwse
land uit vroeger tijden terug brengen. "Het land
van wind en wolken, hoge luchten en vogels:
dat is Schouwen. In relatie met - gelukkig - een
open Oosterschelde. Boeren hebben vijfhonderd
jaar geprobeerd om landbouwgebied van dat
stuk grond te maken en al die tijd is het tobben
gebleven. Nu zal het landschap zich buigzamer
gedragen dan in de vijfhonderd jaar dat men er
cultuurgrond van wilde maken." De Schouwse
zuidkust herbergt van oudsher vogels van allerlei
pluimage. Er overwinteren daar brand- en rot
ganzen. In de zomer vind je er de kluut, de
strandplevier, het visdiefje, de grutto, de kievit.
Verder de tureluur, die juist in het brakke land
schap het best gedijt. Als het brakke, moerassige
landschap versterkt wordt, zullen er steeds meer
vogels neerstrijken om te fourageren. Soorten als
de grote stern, de lepelaar en de velduil kunnen
daar ook hun plekje vinden.
Zijn gedreven liefde voor de natuur zit hem in de
genen, meent Beijersbergen. Het buitenleven
was favoriet bij zijn voorvaderen. Ze verdienden
de kost als duinopzichter of vinker. "In mijn
jeugd gingen we met mijn ouders ook bijna elk
week-end de natuur in. Vanaf mijn achtste jaar
trok ik er zelf al op uit. Veel alleen, ik ben geen
mens voor grote groepen. Ik trek het liefst mijn
11