werk hiervan is de 'Feestzang voor' het feest van 19 december 1799, bij het plegtig vieren van den aftogt des vijands ('Feestzang 1799'), door Christian Ruppe gecomponeerd naar aanlei ding van een behaalde oorlogsoverwinning. Engelse militairen hadden op 27 augustus 1799 de Bataafse Republiek aangevallen, om de Bataven ten val te brengen en het erfstadhouder schap van het Huis van Oranje te herstellen. Het grootste deel van het Bataafse leger vocht toen, verdeeld over twee divisies, samen met een grote Franse troepenmacht tegen de aanvallende legereenheden. Engelse legeronderdelen werden al spoedig met Russische soldaten versterkt. De strijd, waarin doodslag, brandschatting, plunde ring en andere oorlogsverschrikkingen niet van de lucht waren, maakte deel uit van Frankrijks Eerste Coalitieoorlog. Op 18 oktober 1799 capi tuleerde de vijand. De landsregering besloot om ter herinnering aan de overwinning een monu ment op te richten en jaarlijks een nationaal feest te doen vieren. Staatsman en dichter Henricus van Royen (1760-1844) (oud-Vlissinger) schreef een lofdicht naar aanleiding van de over winning. De minister van Nationale Opvoeding, Joannes Henricus van der Palm (1763-1840) (oud-inwoner van Middelburg), gaf aan Ruppe opdracht tot toonzetting van een aantal strofen van het gedicht, om ermee luister bij te zetten aan zijn openbare redevoering ter gelegenheid van de viering te Den Haag van het Volksfeest 1799, op 19 december van dat jaar. Dus in twee maanden tijds kwamen zowel dicht- als muziek stuk tot stand! Ook verscheen de muziek hetzelf de jaar in druk. De 'Feestzang 1799' is een gele genheidscompositie voor strijkers, pianoforte of orgel, koor en solisten. De Bataafse volksfeesten werden in het gehele land gevierd. In Zierikzee blijkt men aan de vie ring van het Volksfeest 1800 een heel aantrekke lijke vorm te hebben gegeven. De teksten van de gezangen, gezongen bij het ter gelegenheid daarvan in deze stad gespeelde toneelstuk 'De aftogt der Engelsche Russische Armée van de Bataafsche kust', zijn namelijk onlangs bij de voorbereiding van een radioprogramma (zie hier onder) herkend als de vier delen van de 'Feestzang 1799'. De in de gedrukte toneeltekst vermelde beurtzangen op melodieën van de Henricus van Royen (1760-1844), schrijver van het lofdicht waarvan Christian Friedrich Ruppe een aantal strofen heeft getoonzet (lithografie door Franciscus Bernardus Waanders (1809-1880); foto Iconografisch Bureau) Marseillaise en een ander lied uit de tijd van de Franse Revolutie, hadden te Zierikzee plaats gemaakt voor Ruppe's feestmuziek. Het Amsterdamse toneelgezelschap onder leiding van H. 's Gravesanden bracht het toneelstuk in drie bedrijven, met zang en dans, op 18 oktober (dag van overgave van een jaar eerder) 1800. De acteurs speelden onder andere de rollen van Vrijaart, Neeltje, Kees Kornelissen, Bataafse en Franse militairen, 'gewapende burgers en volk', en Engelse en Russische krijgsgevangenen. In het zangtekstboekje, gedrukt bij de Zierikzeese druk ker Abraham de Vos Jzn., zijn de namen van zangstuk, componist, acteurs-zangers en instru mentalisten weggelaten. Gezongen werden de acht getoonzette strofen van Van Royen's lof dicht uit 1799, bol staande van vaderlandsliefde, heroïeke prestaties en dankbaarheid, op de Christian Ruppe zo typerende, gemakkelijk aan sprekende melodieën. Zoals bij voorbeeld het eerste couplet, dat als het openende andante maestoso op een onverholen zegevierende melo die klinkt: 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1997 | | pagina 23