DE BURG VAN BURGH EN
ANDERE -BURGEN
EEN NIEUW GEZICHTSPUNT
Het is een oud strijdpunt wie deze burgen heb
ben aangelegd: de Karolingen of de Noorman
nen (Vikingen of Denen). Omtrent de tijd van
aanleg is dank zij de dendrochronologische
methode, waardoor de ouderdom van bij de
aanleg gebruikte palen kan worden bepaald,
geen twijfel mogelijk: tussen de jaren 880 en
890, dus nu elf eeuwen geleden. Maar wie de
bouwers waren, daarover lopen de meningen ver
uiteen. Totdat onlangs in 1995 een boek ver
scheen met de titel Vroeg-Middeleeuwse ring-
walburgen in Zeeland onder redactie van
I. R. M. van Heeringen, P. A. Henderikx en
A. Mars, vooral handelend over Oost-Souburg en
de opgravingen aldaar. Een veel dunner boekje:
Karolingische burchten in Zeeland, was al in
1993 verschenen, uitgave Provincie Zeeland.
De stelling is duidelijk:
De Zeeuwen lieten de rijke duinnederzetting
Walichrum niet opnieuw plunderen. Op enkele
honderden meters van de nederzetting bouwde
men aan de binnenduinrand een rond verdedi
gingswerk met een doorsnede van 250 meter
DOMBURG (duinburg). Op vier andere plaatsen
legden de bewoners vergelijkbare versterkingen
aan: MIDDELBURGOOST-SOUBURG, BURGH EN
OOSTBURG.
Voordat we de juistheid van deze stelling onder
zoeken, volgt eerst een samenvatting wie de
Karlingen en wie de Vikingen waren.
De Karolingen waren de zonen en kleinzonen
van Karei de Grote (768 - 814). Hij stichtte het
grote Frankrijk dat geheel westelijk Europa
omvatte. Zijn zoon Lodewijk de Vrome laat de
strakke teugels al glippen en overleeft een twee
de opstand van zijn drie zoons niet: de klein
zoons van Karei verdeelden het rijk in drieën en
bleven elkaar beoorlogen. Na het verdrag van
Verdun in 843 volgde een tweede en derde ver
deling. Het Middenrijk van Lotharius (Lothari reg-
num Lotharingen) strekte zich uit van onze
zeekust tot en met Noord-ltalië, dus met onmo
gelijke grenzen en zonder samenhang; dit rijk
werd opgedeeld bij de 2e verdeling in 870 tus
sen Lodewijk de Duitser in het oostelijke rijk en
Karei de Kale in het westelijk deel van het voor
heen zo machtige Frankenrijk. De ontbinding
ging steeds verder door het ontbreken van
krachtig centraal gezag: een uitnodiging waar
van de Noormannen graag gebruik maakten.
De Noormannen of Vikingen die hun aanval
len over zee "als een verblindende sneeuwstorm
uit het noorden" op een weerloze bevolking
richtten, kwamen uit Denemarken. Waarschijnlijk
uit de Limfjord in Jutland, aan welke fjord ook
de Deense borg Aggesborg gelegen is. Deze
borg heeft zelfs een grotere doorsnede dan de
burg van Burgh, n.l. 240 m. tegenover 200 m.
van Burgh, en telt 48 huizen.
De andere Deense borgen Trelleborg, Fyrkat en
Nonnebakken liggen oostelijker en zullen hun
strooptochten ook via de Limfjord zijn aangevan
gen. Lied 25 van het heldenepos de Edda
beschrijft het vertrek: Zij roeiden ijlings over de
Limfjord. Hun aankomst en landing: Zij roeiden
geweldig, rukten het boord uiteen, trokken
hard aan de riemen, de banden barstten, de
dollen braken, niet gemeerd werd het schip,
toen de mannen landden. Tegen zulk een on
verhoedse aanval over zee was weerstand vrijwel
onmogelijk.
Bij een zo'n aanval van Deense Vikingen op
Walcheren in 837 sneuvelden graaf Eggihard
(leenman van de keizer) en een gekerstende
Deen Hemming, aanvoerder van de keizerlijke
kustwacht. Ook vele bewoners lieten het leven.
Handelsplaatsen langs de gehele Noordzeekust:
Walichrum, Scaltheim Witla of langs
rievieroevers Dorestad, werden herhaaldelijk
geplunderd en vernietigd. Er was geen beper
king: de Denen voeren de rivieren op, Schelde,
Seine, Loire, Garonne en in Engeland werd al in
792 het beroemde klooster Lindisfarnc voor de
kust van Northumbria 'bezocht'. Zij veroverden
vanuit Londen het land ten noorden van de
Thames en koloniseerden het gebied (Danclaw).
In Frankrijk beleende de zoon van Karei de Kale,
n.l. Karei de Domme (koning 899 - 923) de
Seine-Vikingen onder Rollo, Normandië. Rollo
werd een der machtigste baronnen. Het feodale
stelsel van leenman en leenheer beleefde een
hoogtepunt, maar verzwakte elk centraal gezag,
7