juist is, valt niet na te gaan. Wel is het zeker dat
met name grotopeningen veelvuldig als vraat
plaats voor hyena's dienden. Eén van die be
roemde grotten is die van Kirkdale in Yorkshire,
die in 1823 door Buckland beschreven is.
Voor Nederland is deze soort pas voor het eerst
beschreven in 1952, aan de hand van een
bovenkaak opgezogen bij Hatenboer aan de
Maas in Noord Limburg. Later werd er nog meer
materiaal beschreven afkomstig uit de Wester-
schelde in de buurt van Ellewoutsdijk. Deze fos
sielen moeten tot de mooiste hyenafossielen van
Nederland gerekend worden. De grottenhyena
bewoonde afwisselende bio-topen, van uitge
strekte laagvlaktes tot en met bergachtige gebie
den. In Midden Europa komt de grottenhyena
niet voor ten Noorden van de 54ste breedte
graad, in Azië niet ten Noorden van de 60ste
breedtegraad. Gebieden met extreem lage winter
temperatuur werden door deze hyena gemeden.
Het zijn dan ook geen bewoners van arctische
gebieden, maar meer bewoners van de gematig
de zones. De grottenhyena zal niet alleen een
aaseter zijn geweest. Hij zal zeker jacht gemaakt
hebben op dieren van gelijke grootte of mogelijk
wat groter dan hem zelf. Te denken valt aan
jonge, onervaren neushoorns en mammoeten.
Zo zien we dat gedurende het IJstijdvak, die
duurde van zo'n twee miljoen jaar geleden tot
10.000 jaar geleden, tot heden er vijf soorten
hyena's zijn geweest, nl.: de bruine hyena of
strandwolf (Hyaena brunnea Thunberg, 1820),
de hyena van Perrier (Hyaena perrieri Croizet en
Jobert, 1828), de kortsnuithyena (Hyaena brevi-
rostris Aymard, 1846) de gestreepte hyena
(Hyaena hyaena Linnaeus, 1758) en de gevlekte
hyena (Crocuta crocuta Erxleben, 1777) met als
ondersoort de grottenhyena (Crocuta crocuta
spelaea (Goldfuss, 1810).
John de l/os en Dick Mol
Adressen van de auteurs:
John de Vos
Nationaal Natuur
historisch Museum
Postbus 9517
2300 RA Leiden
Dick Mol
Gudumholm 41
2133 HG
Hoofddorp
Een andere uitgestorven hyena is de kortsnuithy
ena (Hyaena brevirostris Aymard, 1846). Deze
kwam voor in geheel Eurazië, maar is van Neder
land nog niet bekend. Beroemde vindplaatsen
met deze soort zijn Choukoutien in China en
Sangiran op Java. In beide vindplaatsen wordt
Homo erectus (een fossiele mensachtige) gevon
den. Evenals de hyena van Perrier was de kort
snuithyena meer een jager dan de grottenhyena.
De kortsnuithyena had de grootte van een
leeuw; de schouderhoogte was zo'n 90 cm, de
lengte van kop en lichaam zo'n 150 cm. Behalve
de grootte ziet hij er hetzelfde uit als de hyena
van Perrier, zodat sommige onderzoekers hem
als een variant van de hyena van Perrier beschou
wen, Echter, hoewel ze nauw verwant zijn, is het
verschil in grootte zodanig dat het volgens ande
ren wel twee soorten zullen zijn. Waarschijnlijk
ontstond de kortsnuithyena als een zijtak van de
hyena van Perrier, uit een lokale populatie ergens
buiten Europa.
October, Wijnmaand
Ik schenk het edel nat, het sap van zoete druiven,
Dat druk en zware zorg doet uit den geest
verschuiven,
Het leven is van 't brood, 't wei-leven van de wijn,
't En dede mijn gewas, wie zou er vrolijk zijn?
Jacob Cats
10