DE OUDE DRUKKERIJ De drukkerij van Lakenman en Ochtman is al weer jaren gevestigd aan het Jannewekken. Vroeger stond deze echter in de Lange Nobel- straat. Vele ouderen zullen zich dat nog wel her inneren. Misschien zijn er zelfs nog wel Zierik- zeeënaars die nog weten dat het personeel vroe ger met de stoomfluit naar de drukkerij geroe pen werd. Het klinkt nu wel wat ongeloofwaar dig, maar het was vroeger niet voor niets een stoomdrukkerij. Mijn vader was 50 jaar lang typograaf en heeft vele technische functies vakkundig bij dit bedrijf vervuld. Hij vertelde veel over zijn vak en soms mochten wij het van een afstandje en een enkele keer van dichtbij bekijken. Nog zie ik het oude gebouw daar vooraan in de straat staan. Aan de ene kant een schoenwinkel en aan de andere zijde de sigarenwinkel van Krakeel. Deze winke lier had het opsteken van een sigaar tot kunst verheven, er vond een hele ceremonie plaats voor het vuurtje het rookartikel had bereikt. (foto gemeentearchief) Tussen deze winkel en de drukkerij was een smalle doorgang, een brandpad. Als kind moest ik wel eens een boodschap bij mijn vader doen en dan ging ik altijd door die smalle doorgang naar hem toe. Voor langs, door de grote dubbe le deuren midden tussen de twee grote ramen, durfde ik niet. Daar was het kantoor met deftige heren zoals de directeur en zo, tenminste dat dacht ik. Het was toen in de jaren dertig en veer tig. Achter in dat brandpad was een deur en daarmee kwam je achter in het gebouw uit en stond je meteen met je neus voor de grote rota tiepers waarop de Zierikzeesche Nieuwsbode gedrukt werd. Toen ik dat voor de eerste keer zag, was ik helemaal confuus van de omvang van het apparaat en het lawaai dat het veroor zaakte. Vlug schoot ik dan de achterruimte bin nen, een papierberging waar veel papiersnippers en andere papierrestanten waren opgeslagen. Helemaal in de hoek bevond zich een deur waar achter een trap naar boven was, een donker geval, althans in mijn herinnering. Kwam je boven dan overzag je de handzetterij. Daar ston den mensen voor een grote bok met daarop een bak met vakjes en daar in lagen de gesorteerde losse letters. Mijn vader vertelde wel eens dat iemand het pak regels, dat hij moeizaam letter voor letter, had samengesteld uit zijn vingers had laten vallen. Dan moest alles weer worden teruggelegd, uiter aard alles opnieuw gesorteerd. Pas daarna mocht men opnieuw beginnen. Zo maakten ze dus van leerlingzetters vaklui. Aan de achterkant op deze verdieping was een grote glazen serre. In die ruimte stonden drie machines, in mijn kindertijd waren die nog van het type "Typograph". Grote apparaten waarop men de tekst machinaal kon zetten. Natuurlijk was dat voor mij de belangrijk ste afdeling van de drukkerij, want daar werkte mijn vader, dat moest een belangrijk man zijn als men met zo'n ingewikkeld ding kon omgaan. Hij stond achter een toetsenbord, net als een type machine en daarop zat een grote huif van me taaldraden. Aan het eind van de draden zaten lange dunne metalen staven. Bij elke toets die hij 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1997 | | pagina 7