GESIGNALEERD
NIEUWE PUBLICATIES OVER SCHOUWEN-DUIVELAND
Staten van Zeeland in conflict met
Zierikzee, 1668-1669
In het jaarboek Archief mededelingen van het
Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen is een artikel opgenomen over
een hooglopend conflict tussen de bestuurders
van de stad Zierikzee en de Staten van Zeeland.
Het artikel is eigenlijk een 'spannend' verhaal dat
zich afspeelt in de jaren 1668/69.
In mei 1668 kwam een einde aan de veroverin
gen van Frankrijk in de Spaanse Nederlanden.
Dat betekende voor de Staten van Zeeland, die
gevormd werden door vertegenwoordigers van
de zes stemhebbende steden in Zeeland (Middel
burg, Zierikzee, Goes, Tholen, Vlissingen en Veere),
dat er bezuinigd kon worden op de uitgaven
voor leger en vloot. In de vergadering van septem
ber van dat jaar ontstond een conflict over de
maatregelen. Vooral de regenten uit Zierikzee
stelden een onmiddellijke vermindering van troe
pen voor, terwijl de andere steden de besluit
vorming uitstelden. De Zierikzeese delegatie liet
duidelijk blijken niet met de gang van zaken eens
te zijn en verliet de bijeenkomst. Een tweede
conflict volgde direct daarna over het onverwachte
bezoek en de eveneens onaangekondigde benoe
ming van prins Willem III van Oranje tot Eerste
Edele van Zeeland. Bovendien benoemde de
prins de heer van Nassau-Odijk als zijn vertegen
woordiger in Zeeland. Ook hiertegen maakte
Zierikzee bezwaar: Van Odijk-Nassau was immers
geen Zeeuw. Bij al deze bezwaren moet ook niet
vergeten worden dat de rivaliteit tussen Zierikzee
en Middelburg, de twee grootste steden, groot
was. Als gevolg van al deze grieven besloot de
stadsregering van Zierikzee de afdrachten van
belastinggelden aan de Ontvanger-Generaal in
Middelburg te blokkeren. De reactie op deze actie
kwam in februari 1669: de Ontvanger-Generaal
deed geen betalingen meer ten behoeve van de
stad en er werden zes compagnieën naar het
garnizoen in Brouwershaven gestuurd. Vanaf dat
moment reisden delegaties heen en weer tussen
Zierikzee en Middelburg en werden brieven ver
stuurd om de dreiging van een militair conflict af
te wenden. Hetgeen uiteindelijk lukte.
A. Romeijn, De inname van Brouwershaven
door Zeeuwse troepen. In: Archief, Mededelin
gen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap
der Wetenschappen, jaargang 1996 (ISSN 0166-
459X), p.41-71.
Joodse onderduikers in Colijnsplaat
In deze rubriek van publicaties over Schouwen-
Duiveland hoort het volgende boek eigenlijk niet
thuis. Maar de publicatie is zo bijzonder en inte
ressant én er zijn wel degelijk verwijzingen naar
Schouwen-Duiveland in te vinden, dat een bespre
king toch gerechtvaardigd is.
Allereerst heeft de auteur, Gert Groenleer, oude
banden met Schouwen-Duiveland: hij was archi
varis bij het voormalige Streekarchivariaat
Schouwen-Duiveland en Sint Philipsland. Ten
tweede werd de hoofdrolspeler in de publicatie,
Kees Groenleer, geboren in Burgh.
Het verhaal speelt zich echter af op Noord-Beve
land in Colijnsplaat. Het boekje In veilige haven.
Joodse onderduikers in Colijnsplaat 1942-1944 is
zo bijzonder omdat hierin het 'gewone' verhaal
is opgetekend van het onderduiken van de
Joodse familie Polak uit Middelburg bij de koop
man in lompen en metalen, Kees Groenleer in
Colijnsplaat. De auteur beschrijft het leven van
beide families in die moeilijke periode in de
Tweede Wereldoorlog. Het was niet eenvoudig
een uit vier mensen bestaande familie op te nemen
in een kleine woning. Van alle kanten kon het
gevaar komen en niet teveel mensen mochten
weten dat bij de familie Groenleer onderduikers
woonden. Enkele keren waren de Polakken
genoodzaakt naar een ander adres te verhuizen.
Gedurende twee jaar moesten allerlei manieren
bedacht worden om voldoende voedsel in huis
te halen. Zijdelings komt in het boek ook het ver
haal van Alex Lipschits ter sprake. Deze, in 1942
tweeënhalf jaar oude, jongen werd gedurende
de oorlogsjaren opgenomen in het gezin van
Gommert Klompe in Burghsluis. Na de oorlog
19