gingslinie. Deze moest lopen van de Noordkaap tot aan de Pyreneeën. In maart 1942 werd in Zeeland begonnen met dit grootschalige project, dat bekend stond als Atlanticwall. Het werk hier, werd in 1942 en 1943 geklaard door de Duitse instantie 'Organisation Todt'. Kommer was in die jaren bakker in Burgh. Hij bracht elke dag brood rond, onder meer bij huize De Wielewaal, waar de Brabantse tewerk- gestelden verbleven. "Omdat ze onder elkaar waren, hadden ze het er best redelijk naar hun zin," zegt hij. Helemaal zeker weet Kommer het niet meer, maar hij schat dat de groep zo'n twin tig tot 25 man telde. Na thuiskomst waren de tewerkgestelden trouwens vrij van bewaking en genoten relatieve vrijheid. "Sommigen kwamen 's avonds wel koffie drinken bij me thuis," herinnert hij zich. Na vertrek van deze Brabanders, die naar Kommers zeggen zeker een jaar hier werk ten, heeft hij geen ervan ooit teruggezien. Wat hij bewaarde, was de tekst van een lied dat de groep thuis in De Wielewaal altijd zong en de bakker op zijn ronde menigmaal hoorde. Kommer; "De tekst van dat liedje heb ik toen ooit eens opgeschreven omdat ik het zo apart vond. Het wijsje weet ik echter niet meer." Onder de noemer 'Het clublied van de palenzetters uit Someren en Asten', leverde Kommer deze lied tekst onlangs aan bij de redactie van Stad en Landes Mededelingenblad. Een liedtekst dusda nig doorspekt van humor en saamhorigheidsge voel, dat Kommers observatie als zouden de mannen het ondanks hun tewerkstelling best goed naar hun zin hebben, wel een juiste moet zijn geweest. Het clublied van de palenzetters uit Someren en Asten: Wij zijn de palenzetters De redders van ons land Geen Tommy durft meer te landen daar op het Zeeuwse strand Hetgeen wij hier presteren Het is fenomenaal Wij zetten met z'n allen per dag één dunne paal. Refrein: Hier is het speelkwartier Wij maken steeds plezier Veel eten weinig werken Dat is hier onze leus Ze zijn ons komen halen Maar maakten slechte keus De hele dag maar zuchten Dat kunnen wij zoo goed Maar als de dag teneinde is Dan klinkt met frisse moed Hier is het speelkwartier Wij maken steeds plezier En als de dag voorbij is Gaat heel de bende mee Dan gaan wij naar De Wielewaal, ons huisje aan de zee Wij gaan daar aan 't dineren Spaghetti, pap of soep En 's avonds in ons strooien nest Dan brult de hele troep Hier is het speelkwartier Wij maken steeds plezier Maar is 't leed geleden En gaan wij huiswaarts toe naar vrouw, naar kind, naar meisje naar vader of naar moe Dan blijft onze vriendschap Geen mensch dooft haar meer uit Ons lied blijft steeds weer klinken Een ieder brult het uit Hier is het speelkwartier Wij maken steeds plezier Carolien de Vrieze Naast houten palen, werden aan de kust ook tal van betonnen driepoten neergezet om lan dingen te voorkomen. Op die driepoten was vaak een mijn bevestigd (foto: privé-collectie W.R de Vrieze) 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1998 | | pagina 34