Een jaar later, dus in 1858, was hij al wéér in Tholen, daar was blijkbaar veel vraag naar por tretten. Meestal waren het boeren en gezeten burgers, die een portret lieten maken. Ik denk, dat hij van Tholen en St. Philipsland direct doorgereisd is naar Schouwen, want daar maakte hij in datzelfde jaar portretten in Oosterland, Brouwershaven en Zierikzee. In Zierikzee had hij opdrachten van de families Boeye, Ochtman en Van Schaik. Dit klopt wel, want in het Stadhuismuseum in Zierikzee is een portret van een vrouw in een groene japon, voorstellende Alida Vos, geboren te Kortgene en gehuwd met Jacob Ochtman. Het portret dateert van 1858. Het opvallende is, dat de vrouw Noord-Bevelandse dracht is trouw gebleven. In hetzelfde museum hangt een por tret, dat hierbij wordt afgedrukt, van een onbekende vrouw in Schouwse klederdracht, geschilderd door Berend Kunst in de 19de eeuw. Foto gemaakt van schilderij dat hangt in het Stadhuismuseum in Zierikzee, geschilderd door Berend Kunst: 'Onbekende vrouw in Schouwse dracht, 19de eeuw' (foto: privé col lectie) Hij moet wel een tijdje in Zierikzee gebleven zijn, want hij maakte ook nog een portret van Pieter Labrijn en zijn vrouw Cornelia van de Maas. Pieter Labrijn was sinds 1851 adviseur van het waterschap. Beide portretten zijn later aan Zierikzee geschonken, waar ze gebleven zijn weet ik niet. In 1859 was hij nog een keer in Middelburg en West Zeeuws-Vlaanderen, maar daarna is hij niet meer in Zeeland geweest. Op Schouwen hangen nóg twee portretten, door hem gemaakt en wel in de mooie kamer van 'Goemanszorg'. Het betreft het echtpaar Goemans. In welk jaar de portretten gemaakt zijn, weet ik niet. De vrouw is Lena Akershoek, geboren in Ouddorp. Ze draagt de klederdracht van haar geboortestreek met bijbehorende sieraden. Haar man heeft de Schouwse mannendracht ook al vaarwel gezegd en is afgebeeld in een burgerkostuum. Het is opvallend, dat de mannen al vroeg de kleder dracht hebben afgelegd en dat hun vrouwen dat bleven dragen zolang ze leefden. Er moeten op ons eiland nog meer portretten zijn gemaakt. Zo is mij bekend, dat er in de Noordoostpolder ook nog enkele portretten zijn van Schouwse afkomst en geschilderd door Berend Kunst. Later moet de schilder zijn werk opgeven, omdat zijn gezichtsvermogen achteruit gaat. Bovendien is de fotografie na 1850 in opkomst, waardoor hij steeds minder opdrach ten krijgt. Tenslotte sterft hij in 1881 in Hoogezand op 87-jarige leeftijd na een rijk leven. 5. Mol - Kleinepier 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1998 | | pagina 40