duym onder het peyl en nu 18 duym boven het peyl in 't Oudeland. Het weyland stont buyte dorp onder, de Koddeweg liep over. In geen 5 dagen eene aardappel gedolven. Zoo de Heere geen uitkomst en geeft, ik niet weet wat het eynde zal zijn tegen een naderende winter voor den armen man. Het vaare goed was zoo goed koop, dat men voor 30 Guld een beest kon koope van 4 en 5 jaar oud en speenkalvren van 5 tot 8 Guide die best waaren daar men te voor- en 12 en 14 Guide voor gaf. Zoo droevig was het met het waater en de voerhoeken gesteld overal. De uytkomst van de aardappelen was dit jaar slegt, 30 mud het met was de koers. Veel rotte overal. Februarii 1830. Daar storve dit jaar veel beeste en vooral jonge kalvren wegens de natte zomer en herfst. October 1836. Veel regen en slegte pad. Ons laaste aardappelen thuys gereen. November. Veel regen. De paardeboone ston den alle nog op het land. Veel land nog onge- zaayd. Maart 1837. Veel gebrek aan voer overal. October 1838. Den 16 en 17 ontzettend gere gend, gesneeuwd en gehageld. Het Oude Land van Poortugaal stont wel halvf onder water, daar was 18 duym op het peyl. Veel paarde en beeste moeste op stal. Den 19 veel regen alle dag. En geen sluysgang, de buytepolders meest ingevloeyd overal. N.W. wind. Paarde stal gezet wegens 't hogen water. November 1840. Al weken veel regen, 22 duym aan het peyl. Veel land onbezaayd. Julv 1841Ontzettend veel regen, het Oudeland 18 duym water. En de molens konden niet malen wegens het delven van de haven. En al het hooy stont onder water, het zag er treurig uyt voor den landman. Augustus. Ontzettend nat weer alle dag over- stroominge, 16 duym was het Oudeland veel onder water. De Varleweg onder water. Het hooy stont veel in het water en veel bederf. Den 9 begonne met tarw maaije in den Boerenhoek, nog gedurig regen. De watermolens aan het malen. Den dam uyt de Hoogvlietse haven gedaan met spoed. Het heeft 60 dagen aan elkander geregend. Den 1 October. Begonne met aardappelen del- Dagboekschrijver Gerrit Vermaat. (1824-1903) (Foto particuliere collectie) ven aan den Hofweg ruym een mergen en daar- uyt gedolven 218 mud groot en 96 mud kleyne en verkogt voor 44 stuyver 't mud. De uytkomst was treurig over 't algemeen. 40 mud was al veel van 't met, daar waren er veel die maar 30 mud uyt de mergen grote aardappelen hadden. De markt was buitengemeen hoog, treurig waren de vooruytzigte tegen de winter, de men sen wonnen geen geit. Alle dag regen, daar kon geen tarw gemaayd en geen land geploegd wor den. Het Oudeland 20 duym water. Den 9. ontzettend geregend, het was wel 6 duym gerezen in eenen nagt, alles stont onder water. De vooruytzigten zijn donker voor den landman en den arbeydsman tegen de winter. Den 15. Alles onder geregend, de aardappelen niet om uyt te krijgen uyt het land. Geen land nog gezaayd wegens de nattigheid. Het vee was goedkoop en de voerhoeken schraal. Den 20. De paarde en 5 kalvfschotte stal gezet. Alles stont bijna onderwater. Alle dag regen. Den 26. 25 duym water. Het water was zoo hoog, dit kan ik U verklaren, Dat men wel met een schuyt door 't Oudeland kon varen Men zag ook niets als water en dat ook overal Zodat ook met October het vee meest stond op stal. Den 13 November. Mijn eerste vlas opgewogen 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1999 | | pagina 11