"Op den dertienden Aprilis is gebracht doer mij en den pater van den Magdalenen ter Goude wuyt het convent van den Magdalenen t'Amsterdam tot het convent ter Lely aldaer suster Margriet (Margaretha Willems Verraemen), nonne des convents der Drie Coningen binnen Zirckzee. Ende was dese suster van het convent der Magdalenen deur haer pater wyut dat convent verstoeten, om saeken wijl dat sij sommighe brieven gescreven hadde, daerme- de sij versocht ontfangen te werden in Sinte Agnietenconvent, scrivende dat sij tot den Magdalenen niet bliven wilde nochte en mocht. Sij en hadde nyemant gelastert, maer waeren die brieven heel biddelick. Dese suster socht hiervan groetelick genaede ende bermherticheyt. Sij beloofde desgelijcks nymmermeer weder te doen. lek bade ende andere versochten mij seer vriendelick, dat dit vergheven soude sijn, maer bleve die pater even onbeweecht, sulex dat hij haer ten convente wuyt dede gaen. Ende deden wij op die tijt het beste met dese dochter, haer om godswille plaets verwervende tot het convent van Lely voirnoemt, die dese ontfingen als een die nieuwerts inganc en hadde, op conditie dat sij daer wesen soude soe langhe die prior van Syon tot Amsterdam quaeme ende dat sij al tgunt andere susteren deden van werek angaen- De Spieringstraat in Gouda, de straat waar de nonnetjes hebben gewoond. De straat ligt vlak bij de Sint Janskerk, rond die kerk liggen de nonnetjes begraven. (Foto Paul van der Sneppen) de ende dordinantie van den huys." Op 5 februari 1575 noteert hij: "Op den Vllen Februarii ontfing ick een missive van Machlen, gescreven bij den priorinne tot Zircksee, oeck gevlucht, ende hiel inne hoe oeck Bergen op Soom in soe swaere last ende vreese geweest hadde van den guesen, dat die religio- sen conventen daer oeck mede begonnen te scheyden. Waerdoer oeck een religioes van den Drie Coningen tot Zircksee, voerens tot Bergen in een convent gevlucht, nu vandaen tot Machlen bij den voirnoemde priorinne als tot haer overste gecoemen was." Het klooster in Bergen op Zoom, dat hier genoemd wordt, was het Sinte Margrieteklooster van Reguliere kloosterlingen van St. Augustinus. Dan, op 23 maart 1576: "Op den XXIIIen reysden van Amsterdam naar Machlen drie religiose geprofesside susteren van den Drie Coningen tot Ziercksee, daer die twee of geweest waeren ter Lely en die derde tot Sint Agnieten over die vijf jaeren tijts. Dese vertroc- ken, deur oersaeck dat dese tijt soe benaud was ende omdat haer die conventen niet langer voeden en mochten." Uit deze brief blijkt ook nog eens, waar de zes zusters gebleven waren na haar vlucht uit Zierikzee: drie waren er in Amsterdam terecht gekomen, een in Bergen op Zoom en de priorin en de procuratrice na de nodige omzwervingen uiteindelijk in Mechelen. Als Wouter spreekt van meer dan vijf jaren tijd, dat de Zierikzeese zusters in Amsterdamse kloos ters hadden doorgebracht, dan vergist hij zich kennelijk, immers van augustus 1572 tot maart 1 576 is amper vier jaren. De laatste berichten over een van onze zusters noteert hij op 25 juli 1577: "Op den XXVen Julii sprake mij eene religioos van den Drie Coningen tot Zierickzee, nu wuyt die stadt Herentaels tot Amsterdam gecomen, ende vertelde mij, dat dom Johan in Brabant bij meenich seer veracht werde met seggen: 'Hij is een bastert. Hij en roert die coninck niet. Ende sal ons een bastaert regieren.' Met desergelijck veel andere versmadelicke woorden, welcke al maer en dreef tot verder beroerte ende bederve deser onser landen." Tot zover Wouter Jacobszoon. 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1999 | | pagina 18